Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenWie gelooft in koopkrachtsprookjes?

Wie gelooft in koopkrachtsprookjes?

Vrijdag 17 oktober 2025

“Het bericht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de gepensioneerden er volgend jaar 4 procent op vooruitgaan geeft een valse voorstelling van zaken”, stelt Emiel Stolp, lid van het ledenparlement van de FNV namens de sector Senioren en bestuurslid bij stichting Pensioenfonds Thales Nederland.

Emiel Stolp

“Een deel van de gepensioneerden gaat er fors op vooruit door het éénmalig uitdelen van de reserves”, vervolgt Stolp. “Maar de meeste anderen krijgen mínder dan de inflatie. En de actieve deelnemers zullen zien dat hun persoonlijke pensioenvermogens kleiner worden door de grote verliezen op rentederivaten.”

Mooier maken

Volgens het Nibud zouden gepensioneerden er in 2026 allemaal 4 procent op vooruit gaan. Ook een artikel in het AD van 1 oktober berichtte over wel 10 procent of meer pensioenverhoging. Dat klinkt mooi, maar is het ook waar? Emiel Stolp (foto) legt uit: “Het Nibud baseert zich op cijfers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Nu komt de nieuwe Wet toekomst pensioenen, de Wtp, van dit ministerie en dat heeft er dus alle belang bij om de zaken mooier voor te stellen dan ze zijn.”

Indexeren

“Onder de bestaande strenge regels van het Financieel toetsingskader, het Ftk, moeten pensioenfondsen ‘toekomstbestendig’ indexeren en sowieso niet méér dan de inflatie”, vertelt Stolp. “Die is over de periode van juni 2024 tot juni 2025 ongeveer 3 procent. De meeste pensioenfondsen gaan pas ná 1 januari 2026 over naar het nieuwe Wtp-systeem. Die fondsen gaan dus zeker geen 4 procent indexeren. De meeste ook geen 3 procent, want ze maken geen gebruik van het zogenaamde transitie-Ftk met ruimere indexatieregels. Deze fondsen zullen waarschijnlijk niet meer dan de helft van de inflatie compenseren. Dus geen 4 procent maar 1,5 procent.”

U leest nu een gratis artikel

Wilt u alle artikelen van ONS Magazine lezen? Word dan lid!

Lid worden

Fors minder

En de drie fondsen die al in 2025 naar de Wtp zijn overgegaan? “Volgens een artikel in het vakblad Pensioen Pro verwachten de bestuurders van de fondsen APG, PWRI en Loodsen dat ze in 2026 tussen de 0 procent en de 0,4 procent kunnen indexeren”, weet Emiel Stolp. “Dat is fors minder dan de 4 procent die het ministerie verwacht en ook veel minder dan de verwachte inflatie voor volgend jaar van 3,2 procent.”

0 tot 1,5 procent

Hoe komt het Ministerie van SZW dan aan die 4 procent? “Dat is simpel”, stelt Stolp: “De gemiddelde dekkingsgraad van de pensioenfondsen is nu rond de 120 procent. Dat betekent dat er – na het vullen van de verplichte reserves en de compensatie voor het afschaffen van het doorsnee premiesysteem – éénmalig ongeveer 10 procent van de reserves te verdelen is. Als een derde deel van de fondsen op in januari 2026 naar de Wtp overgaat en er ook nog een groep fondsen is die 3 procent indexatie geeft, dan kom je uit op een gemiddelde van 4 procent. Maar dat is dus voor de ene gepensioneerde 10 procent en voor heel veel anderen 0 tot 1,5 procent.”

Juichende berichten doorprikken

“Het is goed om eens door de juichende berichten van de pensioenfondsen heen te prikken”, vindt Emiel Stolp. “Zo maakte Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) bekend dat de dekkingsgraad van 1 januari tot 30 juni dit jaar is gestegen van 109,5 naar 117,5 procent. Eind september staat de dekkingsgraad op bijna 120 procent. Maar als je naar het vermogen van PFZW kijkt, zie je iets anders: dat is in dezelfde periode gedaald van 258,6 miljard euro naar 248,5 miljard euro. Dus tien miljard euro verlies, grotendeels op obligaties met lange looptijden en rentederivaten. Als PFZW in 2026 overgaat naar het Wtp-systeem, zoals het plan is, wordt niet de gestegen dekkingsgraad maar het gedaalde vermogen onder de deelnemers verdeeld. Dat de dekkingsgraad is gestegen door de hogere rentestand is dus geen onverdeeld genoegen. Het heeft tot gevolg dat de deelnemers – gepensioneerden, actieven en slapers – minder geld in hun persoonlijke potjes krijgen.”

Valse voorstelling van zaken

Emiel Stolp komt tot de volgende conclusie: “Het bericht van het Ministerie van SZW dat de gepensioneerden er volgend jaar 4 procent op vooruitgaan geeft een valse voorstelling van zaken. Een deel van de gepensioneerden gaat er fors op vooruit door het éénmalig uitdelen van de reserves. Maar de meeste anderen krijgen minder dan de inflatie. En de actieven zullen zien dat hun persoonlijke pensioenvermogens kleiner worden door de grote verliezen op rentederivaten.”