Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenOver media en politiek
Wynia: ‘De pers mist een kritische blik op de macht’

Over media en politiek

Vrijdag 29 september 2023

Syp Wynia is onafhankelijk journalist. Hij zag de houding van de pers veranderen, volgde de wijziging van het pensioenstelsel en richtte een eigen platform op. Reden genoeg om met hem in gesprek te gaan over pers, pensioen en politiek.

 class=
Syp Wynia

Hoe heeft u de rol van de pers zien veranderen?

‘Dan moet ik terug naar de jaren zestig, toen er tal van omwentelingen waren. Mijn stelling is dat waar er in de jaren ‘60 en ‘70 in het westen sprake was van een culturele revolutie, die omwenteling in Nederland groter was dan waar ook. Tot die tijd was Nederland in maatschappelijk opzicht conservatief. De media waren verzuild en opgedeeld volgens de lijnen van politiek, kerk en vakbond. Het waren in feite verenigingsbladen, parochiebladen. In die jaren werden journalisten vaak links, ook als hun lezers en kijkersachter­ ban dat niet waren. Ze gingen er prat op voorop te lopen. Toen is het idee ontstaan van de pers als luis in de pels van de macht. Niet meer als de propagandist van de eigen zuil. Als je de sprong naar het heden maakt, doet het merkwaardige feit zich voor dat de meeste journalisten nog steeds denken dat ze die luis in de pels van de macht zijn. Terwijl het in de praktijk aantoonbaar is dat veel journalisten eerder de luis in de pels van de oppositie zijn. De meeste media zijn aardig voor de macht en kritisch op de oppositie. Zeker als die wat rechtser is, of behoorlijk rechts. Er wordt veel energie gestoken in het controleren van kleinere partijtjes die niet meedoen aan het spel. Terwijl het spel zelf met zachte hand door de media begeleid wordt.’

Wie is Syp Wynia?

Syp Wynia is journalist sinds 1976. Hij was onder meer chef kunstredactie bij het Nieuwsblad van het Noorden. Vanaf 1988 houdt hij zich bezig met politiek en economie. Hij werkte in Den Haag als chef van de politieke redactie van Het Parool en zes jaar als correspondent in Brussel, met name op het gebied van de Europese Unie. Daarna werkte Wynia van 1997 tot 2018 bij Elsevier, als economisch columnist en politiek commentator. Sinds vijf jaar heeft hij zijn eigen platform: het digitale weekblad Wynia’s Week.

Heeft u daar een voorbeeld van?

‘Kijk bijvoorbeeld naar de wijziging van het pensioenstelsel. Je kan niet zeggen dat die in de media kritisch begeleid is. Als het kabinet iets door de Kamer wilde hebben, dan werd iemand die ertegen was als spel­ bederver beschouwd. Van een kritische bejegening was geen sprake. Op geen enkel terrein. Zelden werd kritisch bekeken of iets wel kosteneffectief was. Doet het nieuwe stelsel wel wat ze beweren? Je hoeft toch niet zelf ‘tegen’ te zijn om kritisch te zijn op beleid? In de pers mag men graag de eigen onafhankelijkheid prijzen. Maar daar valt wel wat op af te dingen. En, zoals de Engelsman zegt: “You don’t bite the hand that feeds you”. Dat verklaart wellicht de onkritische houding van de media ten opzichte van de zittende macht.’

Je kan niet zeggen dat het nieuwe pensioen­ stelsel in de media kritisch begeleid is

Waarom heeft u uw eigen platform, Wynia’s Week, opgericht?

‘Omdat ik die onafhankelijkheid wél wil hebben. Ik wilde zien of het ook mogelijk is om onafhankelijk journalistiek te bedrijven. Een ruwe schatting van mij – totaal uit de lucht gegrepen – is dat zeker 40% van de thema’s die geschikt zijn voor vrije journalistiek, niet op een onafhankelijke manier aan bod komen. Terwijl er in principe wel een publiek voor is. Met het pensioenstelsel als voorbeeld. Als ik er ook maar iets over opschreef, vlogen de kijkcijfers omhoog!’

Vroeger waren veel politici op leeftijd. Nu zien we veel jongere politici. Zouden mensen niet eerst wat maatschappelijke ervaring moeten opdoen, voor ze in de politiek gaan?

‘Daar is veel voor te zeggen, maar ik hou niet van dat generatiedenken. Dat de kwaliteit van mensen – of het gebrek eraan – gekoppeld wordt aan hun geboortejaar. Het is wel zo dat in de vijftiger jaren ouder­ dom tot respect leidde. Willem Drees is als premier 72 geworden. Duitsland had een bondskanselier die ver in de 80 was. In die tijd vond men dat normaal. Ouderdom stond voor ervaring en respect. Respectabiliteit, dat telde. Dat is uit de mode geraakt. Na die culturele omwenteling werd het bewieroken van de jeugd de standaard. Mensen denken misschien dat de Tweede Kamer bevolkt wordt door oude mensen. Maar dat is absoluut niet zo. Bij bijna elke verkiezing gaat de gemiddelde leeftijd naar beneden. Het wonderbaar­lijke feit doet zich voor dat naarmate de kiezer ouder wordt, wordt de volksvertegen­ woordiger jonger. Wat natuurlijk ook tot een “mismatch” kan leiden.’

Her en der wordt opgeroepen om de politieke invloed van senioren te beperken. Door de stemleeftijd te verlagen naar zestien of te begrenzen tot vijfenzeventig. Terecht?

‘Die voorstellen hoor je doorgaans van mensen die zichzelf links vinden. Terwijl, als er één centrale doelstelling was van
de linkse politiek, dan was dat het algemeen kiesrecht. Hoe is het mogelijk dat de geschiedenis een eeuw later zo’n draai kan maken? Dat linkse mensen in feite een pleidooi houden voor het afschaffen van dat algemene kiesrecht? Die mensen kennen hun eigen roots niet.’

Het is verstandig goed na te denken over uw stem, maar ga in elk geval stemmen

Hoe kunnen ouderen ervoor zorgen dat ook hun belangen afgewogen worden in Den Haag?

‘Op de eerste plaats door in elk geval te gaan stemmen in november. Uiteraard is het verstandig om goed na te denken over uw stem. En om u te organiseren als dat wenselijk is. Ik zou zelf wel voor een vorm van districtenstelsel zijn. De relatie tussen de kiezer en de gekozene zou beter zijn dan in ons huidige stelsel. Want daarin is er nauwelijks sprake van een band.’

70 actieve herinneringen aan een gaaf gidsland

Deze nieuwste uitgave van Syp Wynia kan samen met zijn vorige boek Tegen de onzin de kroniek van de Rutte-jaren genoemd worden. Volgens hem heb je als journalistdemogelijkheidom historicus van het heden te zijn. Over thema’s als diversiteit en duurzaamheid ziet hij de weerstand onder de bevolking groeien. In kranten leest hij over de spelletjes in Den Haag. Maar wat hij aan serieuze tendensen waarneemt, rekent hij tot zijn specialiteit. In Wynia’s Week (www.wyniasweek.nl), maar zeker ook in zijn eigen werk.

Waar gaan we naar toe als het gaat om de belangen van ouderen in Nederland?

‘Afgelopen weekend sprak ik een hoogst vitale, enigszins bekende Nederlander van 85, wiens naam ik niet zal noemen. Hij maakte een buitengewoon opgewekte indruk. Maar over de toekomst van de zorg, maakt hij zich grote zorgen. Daar zijn tal van redenen voor. Bijvoorbeeld het slechte werkgeversbeleid in die sector. Lang hebben werkgevers misbruik gemaakt van het feit dat er heel veel vrouwen werken, die uit een wereld in Nederland komen waar tot de jaren ‘60 en lang daarna het huis­ vrouwenmodel domineerde. Het idee dat vrouwen een volledig inkomen dienen te hebben en als normale beroepsuit­oefenaars beschouwd dienen te worden, is nog steeds niet in alle breedte aanvaard, zou je kunnen zeggen. Daar hebben werkgevers gebruik van gemaakt door met name de verpleging slecht te betalen. Nu moeten ze een hele switch maken.

Ouderdom stond voor ervaring en respect. Dat is uit de mode geraakt.

Ze moeten niet uitgaan van goedkope handjes aan het bed. En het kan zelfs zo zijn dat je met minder personeel, maar met betere voorzieningen werkt. De helft van de Nederlandse verpleegkundigen ging met rugproblemen de WAO in. Ik overdrijf, maar in die orde van grootte moet je het wel zien. Verpleegkundigen werden gezien als productiemiddelen en ziekenhuisdirecteuren waren te beroerd om behoorlijke toestellen aan te schaffen. Er werd met weinig respect met het over­ grote deel van het personeel in de zorg omgegaan. De gezondheidszorg zal efficiënter moeten worden, maar daarbij hoort ook dat je je personeel serieus neemt, behoorlijk betaalt en begeleidt.’

Beeld Michel ter Wolbeek