Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenVrouwkje Tuinman schrijft Brabants Boek Present 2021
Vrouwkje Tuinman

Vrouwkje Tuinman schrijft Brabants Boek Present 2021

Dinsdag 25 mei 2021

‘Voor mijzelf is dit boek ook een geschenk’

Vrouwkje Tuinman

Schrijven in de breedste zin: dat is wat ze doet. Ze dicht, schrijft romans, maar ze is ook journalist, recensent en columnist. Dit jaar schrijft de uit ’s-Hertogenbosch afkomstige Vrouwkje Tuinman (46) het derde Brabants Boek Present: Tijdelijk verblijf. ‘Het is een echt Brabants verhaal. Nu ik op mijn wortels word aangesproken, wil ik die ook een rol geven.’

image

‘Gisteren liep ik rond in Philipsdorp, de Eindhovense wijk waar mijn boek zich deels afspeelt. Die naam alleen al zegt voldoende, hè: in de vorige eeuw heeft Philips een eigen dorp binnen Eindhoven gebouwd. Het bedrijf wilde op die manier goed voor zijn werknemers zorgen en alles voor hen regelen. Zo was er in die buurt een Philips-bakker, een Philips-slager, een Philips-drogisterij. Er waren Philips-scholen, van waaruit de jongens doorstroomden naar een vakschool – van Philips. En de meisjes naar een administratieve opleiding – óók van Philips. Er was sprake van een enorme toekomstgerichtheid in die naoorlogse jaren.’ Gedreven steekt Vrouwkje Tuinman van wal over de achtergrond waartegen haar novelle Tijdelijk verblijf zich afspeelt. Het boek verschijnt in september 2021 en is het derde Brabants Boek Present.

Jonge weduwe

Het boek van Tuinman is geïnspireerd op een waargebeurd drama dat in de jaren vijftig van de twintigste eeuw heeft plaatsgevonden in het snel groeiende Eindhoven. Een jonge weduwe probeert met haar kinderen te overleven door een smoezelig pension uit te bouwen tot een gerespecteerd verblijf. Al werkt ze keihard, toch kan ze niet voorkomen dat haar gezin iets vreselijks overkomt. 

Eindhoven na de oorlog

Tuinman is geboren en getogen in Den Bosch, maar woont al jaren in Utrecht. ‘Eindhoven kende ik al best goed, maar niet het Eindhoven van de naoorlogse jaren. Ik ben me daar in gaan verdiepen. Want als ik schrijf over iets wat echt gebeurd is, wil ik er alles over weten. Vervolgens gebruik ik lang niet alle details in mijn boeken, maar ik wil gewoon zeker weten dat het klopt wat ik in mijn hoofd heb.’ Corona heeft haar research bemoeilijkt: het was veel lastiger om onderzoek ter plekke te doen. ‘Sommige archieven zijn al meer dan een jaar gewoonweg dicht. En gisteren bijvoorbeeld, in Eindhoven, stond ik voor het pand waar mijn boek zich afspeelt. Normaal gesproken had ik dan wel gevraagd of ik misschien binnen mocht rondkijken, maar nu vind ik dat ik dat niet kan maken: ik wil niemand lastigvallen in coronatijd.’

Puzzelen

Maar toch is ze genoeg te weten gekomen om haar verhaal te kunnen schrijven. Zo heeft ze een jeugdvriendinnetje van de hoofdpersoon gesproken. ‘Dat soort gesprekken maakt het verhaal voor mij nog levendiger. Zij heeft me allerlei alledaagse dingen verteld. Zo vertelde ze over een eng brandgangetje ergens in de wijk, waar ze als kinderen vaak speelden. Daar ben ik zelf ook een kijkje gaan nemen. En toen zag ik dat het nog steeds een best eng brandgangetje is. Dat soort dingen helpen me enorm bij het schrijven. Ik puzzel graag dat soort sfeerelementen bij elkaar.’

Groot drama op kleine schaal

Tijdelijk verblijf gaat over overleven in de breedste zin van het woord’, vervolgt ze. ‘De weduwe probeert een leven voor haar kinderen op te bouwen, midden in die toekomstgerichte stad Eindhoven. Ze doet alles om hun toekomst veilig te stellen en werkt zich uit de naad. Die jaren vijftig zijn een periode van “niet zeuren maar hard werken en doorgaan”. De mensen over wie het verhaal gaat… nu zouden we over hen zeggen: “Mijn god, wat hebben zij een hoop drama meegemaakt.” Naar de maatstaven van nu zou je van de weduwe zeggen dat ze een posttraumatische stress-stoornis heeft. Maar toen werkte ze gewoon zestien uur per dag. Het was allemaal heel erg, maar het was ook gewoon zoals het was. Ze ging door en dat moest ook: ze had geen keuze. Dat verschilt zo sterk van de manier waarop we nu met dit soort dingen omgaan.’ Tuinman is gefascineerd door de paradox die het verhaal over de weduwe kenschetst: ‘Deze vrouw ploetert en probeert een leven neer te zetten tegen de achtergrond van die stad die zo gericht is op groei en mogelijkheden. En op kleine schaal gebeurt er dan dat grote drama. Al die mogelijkheden die de wederopbouw biedt, kunnen niet uitsluiten dat op persoonlijk vlak de hele wereld instort.’

Toekomstgericht

Op de vraag hoe ze op het idee gekomen is haar novelle op deze gebeurtenis te baseren, antwoordt ze: ‘Toen ik werd gevraagd voor het Brabants Boek Present, wist ik meteen dat ik het wilde doen. Maar ik wilde dan wel een echt Brabants verhaal vertellen. Nu ik op mijn wortels werd aangesproken, wilde ik die ook een rol geven. Dus ik ben gaan lezen: wat zijn interessante dingen? Zo kwam ik terecht bij een aantal onopgeloste Brabantse zaken die veel teweeg hebben gebracht. Dit was er een van en deze greep mij het meest. Vooral vanwege de combinatie van het drama en die ontzettend toekomstgerichte omgeving.’ 

Sjacheren met woorden

Het Brabants Boek Present mag maximaal 20.000 woorden bevatten. Tuinman had nog niet eerder een novelle geschreven, dus dat was best een uitdaging. ‘Je kunt niet alles uitdiepen en tegelijkertijd moet je toch uitdiepen. Dat is moeilijk, maar ook leuk. Op dit moment zit ik in de eindfase. En ik zit werkelijk te sjacheren met woorden: ik loop het manuscript door op stopwoorden. Deze manier van werken vergt een soort concentratie die ik normaal ook wel heb, maar die nu een hogere versnelling nodig heeft. Het mooie is: het werk wordt er beter van.’ 

Rouw in het leven van Tuinman

Net als in Tijdelijk verblijf houdt Tuinman zich ook in eerdere romans en poëziebundels vaak bezig met thema’s als dood en rouw. Waar komt die fascinatie vandaan? ‘Dood en rouw zijn al heel lang in mijn leven. Mijn beste vriend is in 2008 verongelukt met zijn partner. Ik heb er veel over geschreven. En ik ontdekte dat iedereen anders omgaat met de dood. In de ogen van sommige mensen moet je een bepaald stappenplan doorlopen als je rouwt, maar het werkt voor iedereen anders. Ik vind dat een interessant gegeven en daarom ben ik gaan onderzoeken hoe mensen door de geschiedenis heen zijn omgegaan met dood en rouw. Hoe de kerk daarmee omging; hoe dat in andere culturen ging. En ik heb een serie non-fictie essays geschreven over onze drang tot eeuwig willen leven. Want daar gaat het om, hè, ook bij rouw: we willen iemand die er niet meer is laten voortleven en we willen het leven dat we hadden en niet meer hebben laten voortleven… Ik vind dat interessant.’

Een geschenk

In 2018 is Tuinmans partner, de dichter F. Starik, overleden. Het schrijven van Tijdelijk verblijf is een markant punt in haar eigen rouwproces, vertelt ze. ‘Voor het eerst bleek ik weer een verhaal van zekere omvang te kunnen maken dat niet over Frank gaat en zijn dood. Ik bleek mijn schrijverschap gewoon nog te hebben. Dat was fijn. Een jaar eerder had ik dit boek niet kunnen schrijven. Ik deed toen wel journalistiek werk: dat gaat om dingen die buiten mezelf staan en is in die zin niet moeilijk. En ik wist ook dat ik mijn dichterschap nog had: na Franks dood heb ik veel gedichten geschreven, maar eigenlijk waren die allemaal autobiografisch. Tot het moment waarop ik aan deze novelle begon, wist ik dus niet zeker of ik nog boeken kon schrijven die niet over hem gingen. Dat weet ik nu wel. Voor mij is dit boek dus eigenlijk ook een geschenk.’

Geforceerde tweedeling

Ze schrijft dan wel het Brabants Boek Present, maar hoe Brabants is Tuinman eigenlijk nog? Die vraag heeft haar wel zorgen gebaard, vertelt ze: ‘Ik heb me afgevraagd of ik wel Brabants genoeg ben voor deze opdracht. Ik woon en werk toch al meer dan de helft van mijn leven in de Randstad. Gelukkig twijfelde verder niemand daar aan.’ Ze vraagt zich hardop af wat dat dan precies inhoudt: echt Brabants zijn. ‘Ik ben vaak in Amsterdam en daar vinden veel mensen het onvoorstelbaar dat er nog een wereld buiten de A10 bestaat. Maar zelf vind ik het vanzelfsprekend dat de wereld groter is dan de Randstad. Het is allemaal niet zo ver. Er wordt een soort tegenstelling gecreëerd die er niet is. Ik merk dat er toenemende wrevel ontstaat over die geforceerde tweedeling tussen de Randstad en de rest van Nederland. En ik kan me dat voorstellen. Want oorspronkelijk kom ik zelf ook uit dat verschrikkelijk verre, donkere zuiden, haha.’

Cultuur

Of er dan wel zoiets bestaat als een Brabantse cultuur? Ze aarzelt: ‘Ik weet het niet zo goed. Wij Brabanders roemen onszelf graag om onze gemoedelijkheid. Maar ik vind het vaak ook heel gemoedelijk op andere plekken. En andersom kan ik Brabant soms ook hard vinden. Het zijn net mensen eigenlijk, Brabanders. Het is menselijk om te willen dat jouw thuisbasis de beste, fijnste en mooiste thuisbasis is die er bestaat. We hebben het nodig om trots te zijn op onze wortels; dat maakt ook dat we voor onze omgeving zorgen. En daar hoort bij: uitvergroting van de eigen positieve eigenschappen en van de negatieve eigenschappen van anderen.’

Volgend boek

Dat uitvergroten van onze goede eigenschappen doen we niet alleen op provincieniveau, maar ook op grotere én kleinere schaal. Tuinman: ‘Brabantse steden vinden hun eigen carnaval het beste; katholieken en protestanten vinden hun eigen geloof nummer 1. We vinden allemaal ons eigen huis vaak het mooiste van de straat. En Den Bosch is natuurlijk een betere geboortestad dan Roosendaal. We maken er een soort wedstrijd van, maar het slaat natuurlijk allemaal nergens op. We zijn geen uitersten op een schaal van positief en negatief. Het is sentiment. We zijn geneigd onze eigen positieve punten van meer waarde te schatten dan die van de andere kant.’ Ze valt even stil en besluit: ‘Chauvinisme is een interessant gegeven eigenlijk… Misschien moet ik daar ook eens over schrijven.’

Vrouwkje Tuinman (’s-Hertogenbosch 1974) studeerde algemene letteren en muziekwetenschap. Ze publiceerde vier romans en zes dichtbundels. In 2016 verscheen haar meest recente roman Afscheidstournee. In september 2019 kwam haar bundel Lijfrente uit, die bekroond werd met De Grote Poëzieprijs 2020. Tuinman schrijft regelmatig teksten en libretti voor muziektheater. Daarnaast schrijft ze artikelen, columns en recensies voor onder meer Trouw, de Volkskrant en Opzij. Kijk hier voor meer informatie.

Het Brabants Boek Present is een initiatief van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant en het literair productiehuis Tilt. Zij bouwen met dit geschenk aan een literaire traditie in onze provincie. Vrouwkje Tuinman schrijft met Tijdelijk verblijf het derde Brabants Boek Present en treedt daarmee in de voetsporen van Jeroen Thijssen en Henk van Straten. In september krijgt iedereen die voor € 12,50 aan boeken koopt in een deelnemende boekhandel, het cadeau. Klik hier voor meer informatie.