Van aardappeleters tot tweesterrenrestaurant
Maandag 22 april 2024De vier C’s zorgden in de afgelopen eeuw voor de opbloei van Brabant: de congregaties, coöperaties, corporaties en companies. Volgens rasverzamelaar Kees Rovers vormen De aardappeleters van Vincent van Gogh het startpunt van de groei van Zuidoost-Brabant tot één van de slimste en welvarendste regio’s ter wereld.

Kees Rovers (78) heeft een hobby en een missie. Die twee vloeiden de afgelopen jaren naadloos in elkaar over. Laten we bij het begin beginnen, bij de hobby van Kees. Samen met zijn vrouw woont Kees in hartje Nuenen, op een steenworp afstand van de plek waar van 1883 tot 1885 Vincent van Gogh woonde. In het gemoedelijke dorpje niet ver van Eindhoven vervaardigde de vermaarde schilder zijn wereldberoemde werk De aardappeleters. In de achtertuin van Kees staat de werkplaats van de timmerman die ooit sierlijsten voor Van Goghs schilderijen maakte, zo blijkt uit een kasboek dat Kees bij een renovatie vond. De tekst ‘42 lijsten voor de jongeheer Vincent’ is het overtuigende bewijs dat Van Gogh klant was bij de timmerman. Die opmerkelijke ontdekking prikkelde de Nuenenaar om op zoek te gaan naar nog meer overblijfselen uit de tijd van Vincent van Gogh. En die vond hij al gravend in zijn tuin, waaronder scherven van bierpullen zoals die ook op Van Goghs schilderijen staan.
Stillevens
Die vondst bracht Kees op het idee om alle stillevens die Van Gogh in Nuenen gemaakt had te reconstrueren. “Met originele spullen uit de achttiende en negentiende eeuw”, benadrukt Kees. “Jeneverkruiken, wijnflessen, bierpullen, koffiemolens, stoven, pannen en Brabantse mutsen. En daar ben ik in geslaagd.” Hij loopt naar één van de dertig diorama’s. “Kijk, bijvoorbeeld deze hier. Joie de Vivre, mét Bijbel. Om ze allemaal compleet te krijgen was een werk van twintig jaar.” Kees loopt naar buiten, waar hij het decor van De aardappeleters natuurgetrouw en authentiek heeft nagebootst. “De Nuenense bevolking leefde hier nog heel lang onder ellendige omstandigheden. Die misère herinneren wij ons niet meer”, doceert hij. Kees wijst op het befaamde schilderij, dat op een ezel naast het diorama staat. “Brabantse ouderen weten: deze mensen zitten in den hèrd. Bij de haard waar de pannen in hingen.”

Kees Rovers
leidt in zijn Nuenense huis graag ouderen rond die kunnen helpen bij zijn missie om het verleden over te dragen aan de huidige generatie. “Want ouderen begrijpen dat hun kinderen geen inzicht meer hebben in het verleden. Dat mogen we niet laten gebeuren”, waarschuwt Kees. Ouderen die interesse hebben in het bekijken van Kees’ verzameling kunnen contact opnemen met KBO-Brabant via info@kbo-brabant.nl.

Houten poepdoos
De armoede die Van Gogh in zijn schilderijen uitbeeldde werd uiteindelijk de missie van Kees. “Ik wil aan de generatie van mijn kleinkinderen uitleggen hoe beroerd de levensomstandigheden van mijn opa waren. Hij woonde in één van de hutten die Vincent geschilderd heeft. Ze hadden geen gas, geen stromend water, geen licht. Er stond een houten poepdoos buiten, naast de waterput. Mijn kinderen en kleinkinderen kunnen zich daarvan geen enkele voorstelling maken. Je krijgt dat ook niet uitgelegd; dat moet je laten zien. Aan de hand van de schilderijen van Van Gogh kan ik dat inzichtelijk maken.”
Van armste tot slimste
Kees wil ook aan de huidige generatie vertellen hoe het mogelijk was dat Brabant, en met name de regio rond Eindhoven, zich ontwikkelde tot één van de welvarendste regio’s ter wereld. “Daar gaat mijn nieuwste project over”, vertelt hij. Samen met kunstenaar Jack Liemburg werkte Kees een jaar lang aan zijn pièce de résistance, een kunstwerk waarop van links naar rechts te zien is hoe de armste regio uiteindelijk de slimste en welvarendste regio werd. “Het begon vrijwel meteen nadat Vincent van Gogh eind 1885 naar Antwerpen verhuisde”, blikt hij terug in de geschiedenis. “In Nuenen was niks: geen huisarts, geen ziekenzorg, geen ouderenzorg. In 1886 werd hier een klooster gebouwd. Toen kwam er voor het eerst zorg en thuiszorg, en ook onderwijs.
De misère van toen herinneren wij ons niet meer
Dankzij de nonnen en de paters. Daar hebben we de eerste van de vier C’s die verantwoordelijk zijn voor de opbloei van deze regio: de congregaties. De kloosters hebben een enorme rol gespeeld in de ontwikkeling van onze provincie. De tweede C is van coöperaties. In 1898 richtte pater Van den Elsen de Coöperatieve Boerenleenbank en de Boerenbond op. Rond die tijd kwamen ook Anton en Gerard Philips naar deze regio. Later gevolgd door Hub en Wim van Doorne van DAF. Deze captains of companies staan allemaal op dit kunstwerk.”
Oma van de minister

Kees Rovers wijst naar een pronte vrouw midden op het kunstwerk: “Dat is Frieda van Gennip, de oma van minister Karien van Gennip. Frieda richtte vanuit Nuenen onder andere de Boerinnenbond op, heel belangrijk voor de vrouwenemancipatie in die tijd.” Zo geeft het grote, eigentijdse kunstwerk een goed beeld van de regionale ontwikkeling van arm naar welvarend. Daarbij was dus een grote rol weggelegd voor de congregaties, coöperaties en companies, maar tevens voor de corporaties die zorgden voor betaalbare woningen. Ook iconen als rocker Peter Koelewijn, zanger Gerard van Maasakkers en dirigent en componist Harry van Hoof staan op het glazen kunstwerk. “Peter, Gerard en Harry hebben een plaatsje gekregen omdat naast industrie ook cultuur zorgde voor de opgang van Brabant.”
We moeten terug naar een samenleving waarin we elkaar helpen
Het grote contrast tussen toen en nu wordt het meest duidelijk door de twee uitersten op het tafereel: helemaal links verbeelden de door Vincent van Gogh geportretteerde aardappeleters de schrijnende armoede. Uiterst rechts prijkt het exquise eten van het Nuenense restaurant De Lindehof, dat over twee Michelinsterren beschikt. “Daar komen flessen wijn van duizenden euro’s per stuk op tafel”, weet Kees.

Collectief belang
“De vier C’s – de congregaties, de coöperaties, de corporaties en de companies – werkten destijds intensief samen”, besluit Kees zijn verhaal. “Met een gemeenschappelijk doel. Weliswaar uit eigenbelang, maar daarmee ook een groot collectief belang dienende. En die cultuur is aan het verdwijnen. We zijn helaas steeds meer een samenleving geworden van ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’. We geven minder om de buren en om elkaar. Onze generatie is de meest verwende sinds de schepping: we hebben geen oorlog meegemaakt, geen grote crisissen, ons leven is alleen maar crescendo gegaan. Ik ben bang dat onze kleinkinderen het niet meer zo goed krijgen als wij. We moeten terug naar een samenleving waarin we elkaar helpen; coöperatief, collectief. Laat ik eerlijk zijn: je wordt lid van een coöperatie of bond uit eigenbelang, dat was zo en dat is nog steeds zo. Maar je dient meteen een collectief belang, en dat hebben wij afgeleerd. Dat moet terug. Dat is mijn missie. Dit kunstwerk en mijn verhaal helpen daarbij.”
Je krijgt dat niet uitgelegd, dat moet je laten zien
Gerelateerde artikelen

Geniet van alle ONS voordelen als KBO lid:
✔ Ontvang 11x per jaar het print magazine ONS.
✔ Ontvang 12x per jaar het ONS Mailmagazine
✔ Iedere dag 8 verschillende puzzels maken
✔ Er op uit met voordeel
✔ Veel keuze uit aanbiedingen