Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenPeter Winnen: ‘De tijdsbeleving is nu heel anders’

Peter Winnen: ‘De tijdsbeleving is nu heel anders’

Vrijdag 26 mei 2023

Peter Winnen is een gevoels­mens. Meer denker dan prater. Nadat zijn wielercarrière werd afgebroken door een bekkenblessure, volgde de zoektocht naar een nieuwe uitdaging. Die zoektocht leidde naar uitgeverij Thomas Rap. Schrijven werd zijn nieuwe passie. Nu hij bijna 66 is, neemt hij gas terug.

 class=

Winnen maakt niet de indruk te worstelen met het ouder worden. Het wegvallen van prestatiedruk heeft ook zijn charmes. Zeeën van tijd heeft hij voor zijn gevoel echter niet. ‘Met het ouder worden vliegen de dagen voorbij. De tijdsbeleving is heel anders dan toen je jong was. Als je terugkijkt, denk je wel eens: wat heb ik in godsnaam allemaal gedaan? Toen ik op de basisschool zat, duurde het speelkwartier een eeuwig­heid. Als kind is alles nieuw en je beleeft dingen voor de eerste keer. Wanneer je ouder wordt, gooi je onbewust veel ballast weg. En bovendien denk ik dat je “het” ook wel een beetje gelooft. Je hoeft niet elke seconde te benutten.’ Het dolce far niente ligt nu voor het grijpen, maar met een vrolijke lach relativeert een filosoferende Winnen het zalige niets doen: ‘Op de bank liggen en naar het plafond kijken, blijkt soms nog hard werken te zijn!’

Goede show

De voormalige profwielrenner heeft andere, veel intensere tijden gekend. ‘Bij topsport ligt de lat ontzettend hoog. Het is een harde business. Zeker vandaag de dag is het geen liefhebberij meer want je móet blijven leveren. Er zijn zoveel partijen die aan de bak willen: sponsoren, de media, het publiek, noem maar op. Er wordt van de profwiel­renner een goede show verwacht als onderdeel van de vermaakindustrie. Wanneer je van je hobby je beroep maakt, kom je in een soort cocon terecht. Het is bijna obsessioneel hoe je dan met je vak bezig moet zijn.’

Na de middelbare school maakte hij met goede cijfers de Pedagogische Academie af. Daarnaast trainde hij volop als amateur­renner. Kort na de Pabo-opleiding vervulde hij een aantal invallersbaantjes, maar het onderwijs gaf in die tijd weinig zekerheid. ‘Bijna automatisch verdween je in de kaartenbak van het arbeidsbureau. Nadat ik uit militaire dienst kwam, verdween het onderwijs helemaal uit beeld. Met fietsen maakte ik grote sprongen. Toen ik bij een grote Europese amateurkoers tweede werd, volgde al snel een profcontract bij IJsboerke. De rest is geschiedenis.’

Passie

In zijn elfde jaar als profwielrenner werd Winnen tijdens een trainingsrit aangereden en liep een lelijke bekkenblessure op. Het aanvankelijke optimisme over een rentree op niveau bleek misplaatst. ‘Wanneer je prestaties tegenvallen, begint dat mentaal te wringen. Ik had er geen moeite mee dat de aandacht voor mij begon terug te lopen. Maar de passie die ik eerst in mijn vak kon stoppen, viel door die blessure ineens weg. Toch vond ik dieeerste maanden niet eens zo onplezierig. Ik zag mijn jongste zoon, toen een jaar of twee-drie, van dichtbij opgroeien. Dat mis je wanneer je als prof zo veel en vaak van huis bent.’ Toen duidelijk werd dat de racefiets niet meer voor het inkomen kon zorgen, moest een switch gemaakt worden. Winnen: ‘Het was in die tijd nog niet zo ver dat je je financieel kon binnenfietsen.’ Met een kwinkslag: ‘Ik was eigenlijk wel gepensioneerd, maar was nog lang niet dood!’

Het was fijn om te kunnen ontspannen en tijd te krijgen voor de kinderen

Cold turkey

Stoppen met professioneel fietsen betekent bijna letterlijk afkicken. ‘Ik kreeg een soort cold turkey-gevoel, heel fysiek. De hele chemie in mijn lichaam was ingesteld op extreme inspanning. Mijn lichaam moest weer terug naar een normale stand. Dat was nog een hele klus, die zeker een jaar heeft geduurd. Dat jaar heb ik me fysiek niet goed in mijn vel gevoeld. In mentale zin vond ik de situatie absoluut niet onprettig. Het was fijn om te kunnen ontspannen en tijd te krijgen voor de kinderen.’

Het einde van zijn profcarrière betekende de start van een nieuw leven. Winnen gaf ruim baan aan zijn creatieve kwaliteiten. Hij volgde de Design Academy in Eindhoven tot en met het propedeusejaar, en stapte vervolgens over naar de Kunstacademie in Arnhem. Toen hij bijna klaar was in Arnhem, klopte uitgever Thomas Rap bij hem aan voor een literaire bijdrage aan de reeks Nederlandse Sportbibliotheek. De teerling was geworpen. Winnen, van jongs af aan behept met een vlotte pen, pakte een oude liefde op en schreef zijn eerste boek: Van Santander naar Santander, brieven uit het peloton. Daarbij schuwde hij geen moeilijke onderwerpen. ‘Als je het over profwielrennen hebt, heb je het ook over de meer donkere kanten. Die moet je ook aanraken, anders ben je niet geloofwaardig. Dat je het D-woord (doping, red.) zou moeten vermijden, is een van de grote problemen in die sport.’

Sportcolumn

Tot nog toe heeft hij elf boeken geschreven. Het laatste boek De dag dat ik in de berm ging zitten kwam in 2021 onder grote belangstelling uit. Gedurende 25 jaar verzorgde Winnen, aanvankelijk voor NRC en vervolgens voor de Volkskrant, elke week een veelgelezen sportcolumn waarin dieper in de keuken van de wielerwereld werd gekeken. In maart van dit jaar stopte hij met zijn wekelijkse columns voor de Volkskrant. ‘Ik vond het steeds moeilijker om me op te laden en kreeg steeds meer moeite om tegen de deadline aan te vechten.’ Winnen maakte in 2005 een zijsprongetje en schreef de tekst voor de muziektheaterproductie Fiets die het Tilburgse gezelschap Drieons twee seizoenen lang op de planken bracht. ‘Dat was een prachtige belevenis met prima muzikanten. Echte klasse, en ik heb me trouwens doodgelachen hoe die dingen tot stand komen.’ Voor Winnen is filosoferen geen onbekende bezigheid. Al in het peloton was hij in dat opzicht een buitenbeentje. ‘De mens is van nature hoopvol en optimistisch en heeft levenskracht. Zoals de Griekse wijsgeer Plato al zei: “de mens zoekt het Schone, het Ware en het Goede.” Als ik naar mijn eigen leven kijk, dan ben ik blij met de mogelijk­heden die ik kreeg om me te ontwikkelen. Het waren ook jaren van vrijheid, blijheid, waarin alles kon. Er waren volop kansen en die zijn er trouwens nog steeds. Wel dreigt een kloof in de samenleving te ontstaan. Dat heeft niet alleen met financiën te maken, maar ook met het vermogen om aan de eisen van de tijd te voldoen. Die eisen worden steeds hoger en zijn niet voor iedereen bereikbaar. Het neoliberalisme focust te veel op efficiency.’

Er zijn ontwikkelingen die hem zorgen baren: ‘De laatste jaren is er een soort waanzin in de wereld geslopen. Het lijkt wel of de mensheid in een soort pers terecht is gekomen, die steeds maar verder wordt aangedraaid. Het dalend vertrouwen in de overheid geeft te denken. Maar alle gekkies die toeteren dat het hier een dictatuur is, moeten maar eens stage gaan lopen in Rusland of zo!’

Asgrauw

De donkere, schurende kant van het leven is Winnen niet bespaard gebleven. Zijn eerste vrouw Yvonne overleed kort voor Kerstmis 2013, na een ziekbed van enkele maanden. Er viel een asgrauw gordijn neer. ‘Het overlijden van je partner hakt erontzettend in, je voelt je geamputeerd en stuitert met je gevoel alle kanten op. Hoe je moet rouwen, ik zou het nog steeds niet weten.’ In het NPO-programma (2014) Ode aan de doden, waarin mensen een kaarsje opstaken voor een overleden geliefde, heeft Peter Winnen zijn verhaal van rouw verteld.

Zijn diepste gevoelens heeft Winnen ook beschreven in het lied Waar je ook bent van Guus Meeuwis. Winnen maakte er de tekst voor. ‘Bij het schrijven over je geliefde komt er een heleboel kladpapier aan te pas voor­dat de zinnen in een goeie volgorde vallen. Mentaal en emotioneel gaat het in zo’n lied vooral om sublimatie, de tekst moet opgetild worden en geen zelfbeklag zijn. Dat kun je een ander niet aandoen.’ Zo schrijft hij in een van de coupletten:

Waar ben je als je slaapt en ik de uren tel

In de hitte van de nacht, waarin we dolden

En ons enig licht de glinstering van je tranen was

Of ben jij het meisje, in de ongebroken spiegel

Waar je ook bent, ik ben er ook

Waar je ook bent, ik ben er ook.

Vonk

Wielrennen, schrijven, kunst. Bij Winnen thuis zijn legio sporen van alle drie terug te vinden. Thuis is nu met Mieke, een vriendin van Yvonne die ook alleen was komen te staan. Ongeveer twee jaar na het overlijden van Yvonne sprong de vonk over en genieten zij nu van de vier kinderen en acht klein­kinderen die zij samen hebben. Er is weer volop kleur in het leven. In de hal van hun woning valt meteen het oog op fleurig behang, geïnspireerd op Van Gogh’s Amandelbloesem. Een reproductie van een rijk bloemenmotief van Claude Monet geeft extra kleur aan de woonkamer. Zaken vallen uiteindelijk weer op hun plaats.

Zo pakt Peter Winnen nog altijd graag de racefiets. Oude liefde roest niet. Geregeld trapt hij menig uurtje de kilometers weg, het liefst in zijn eentje. Alleen met zijn gedachten.

Hoe je moet rouwen, ik zou het nog steeds niet weten

Wie is Peter Winnen?

Oud-wielrenner Peter Winnen (1957), geboren in Ysselsteyn en woonachtig in Venray, werd legendarisch door in het begin van zijn profcarrière de koninginnenrit naar Alpe d’Huez te winnen en derde te worden in het eindklassement van de Tour de France. Na zijn wielercarrière ontwikkelde hij zich tot een verdienstelijk schrijver en columnist.

Beeld: Stefan Koops