Ga door naar hoofdcontent
Artikelen‘Oorlog in Oekraïne roept veel emoties op’
Leny Laenen-Nanninga (91)

‘Oorlog in Oekraïne roept veel emoties op’

Vrijdag 28 april 2023

Met haar 91 jaar heeft Leny Laenen-Nanninga de Tweede Wereldoorlog bewust meegemaakt en werd ze als kind geconfronteerd met diep menselijk leed. Door de oorlog in Oekraïne komt dat opnieuw naar boven. Voor haar reden om haar verhaal te doen. ‘Want’, zo waarschuwt ze, ‘wat er toen is gebeurd, kan zomaar weer gebeuren!’

 class=

Leny Laenen opent de voordeur met een brede glimlach. In haar woonkamer foto’s en replica’s van oorlogsmonumenten en archiefmappen boordevol gedichten en verhalen. In haar ‘praatstoel’ bij het raam vertelt ze de ene na de andere anekdote uit haar lange leven. Vandaar haar vraag bij binnenkomst: ‘Heb je je pyjama meegenomen?’

Haar ouders zaten al vanaf 1938 in het verzet. Leny zag vaak vreemde mensen in huis en een machine waarop informatieblaadjes werden gedrukt. Ze bracht ook regelmatig briefjes met informatie naar haar tante en verder moest ze vooral zwijgen over alles wat ze thuis zag. Dat ging goed tot 1943, toen er ’s morgens vroeg SS’ers binnen stonden en haar moeder meenamen. Via Kamp Vught kwam haar moeder in Dachau terecht. Leny moest onderduiken bij een tante en keek uit op dezelfde kastanjeboom als Anne Frank.

Pepernoten

Samen met de familie op haar onderduikadres overleefde ze de hongerwinter. Ze moesten leven van karige rantsoenen en geduldig wachten in een lange rij voor wat brood. ‘Als je pech had, was alles op als je aan de beurt was.’ Een lichtpuntje was hotel Poort van Cleef waar ze wekelijks een kom soep kreeg. Leny herinnert zich ook het Sinterklaasfeest: ‘Onze tante wilde ons daarmee verrassen. Maar wij hadden enkel oog voor de zak, die Piet had meegenomen. We kregen allemaal een pakje met daarin stukjes rode biet in de vorm van pepernoten! De tafel werd feestelijk gedekt, de bietenpepernoten gekookt en we genoten van ons feestmaal.’

Toen ze na de oorlog in Weert ging wonen, vond ze het dan ook heel erg als er werd gezegd: ‘Wij hebben hier in Limburg in plaats van boter ook margarine moeten eten.’

Dachau

 class=

Nadat ze de hongerwinter had overleefd, werd Leny geconfronteerd met de zorg voor haar moeder, die na de bevrijding uit Dachau haar angsten niet kon verwerken. In 2018 bezocht ze met een groep van de Stichting ’40-’45 Kamp Vught. De barak waar haar moeder heeft gelegen kon ze niet vinden, wel de wasbak waar ze elke morgen langs werd gejaagd. In gedachte zag ze haar moeder daar staan en in een gedicht schreef ze haar emoties van zich af (kader). ‘Dichten is het van me afschrijven geweest,’ vertelt Leny.

Toen ze de stress probeerde te ontlopen door te gaan studeren, hoopte ze op een nieuw begin en een persoonlijke bevrijding. Dat liep anders. Haar man, die ze na haar studie leerde kennen, kwam als beroepsmilitair in Indonesië terecht bij de politionele acties. Bij thuiskomst werd daar nauwelijks over gesproken en ook niet over de gruwelijkheden tijdens de bezetting. Daardoor kon Leny zich ook niet bevrijden van haar eigen heftige herinneringen. Dat veranderde pas toen haar man betrokken was bij de organisatie van de Fakkelestafette in Weert die jaarlijks rond de herdenking van de bevrijding wordt georganiseerd. Een van de organisatoren raakte met haar in gesprek. Daarop werden haar herinneringen tot twee keer toe gepubliceerd in het jaarlijkse boekje over de Fakkelestafette. Dat heeft haar echt goed gedaan.

Wensen

Op de vraag of ze nog wensen heeft, zegt ze: ‘Ik ben inderdaad nog niet klaar.’ Ze heeft nog twee wensen. In het Anne Frankhuis heeft ze een plaquette laten aanbrengen als herinnering aan de familie waar ze ondergedoken zat. Na de verbouwing bleek die verdwenen. Die plaquette moet weer terugkomen. En in de zestiger jaren heeft Leny mogen zorgen voor een autistisch pleegkind, Martin. Vanuit het instituut Pepijn werd hij echter bij haar weggehaald. ‘Ik heb hem inmiddels opgespoord en wil hem graag op gaan zoeken.’ Ook dat zal haar zeker rust geven, maar haar zorgen over de oorlog in Oekraïne zullen voorlopig wel blijven bestaan.

De (wasbak)ruimte

Ik was in kamp Vught
Een verleden van ons Mam
wat je als kind toch over nam

Na jaren vormen van een beeld
heb ik nu de werkelijkheid gedeeld
De wasbak,
waar ik haar in gedachte heb zien staan,
heb ik aangeraakt.

En voelde met een warme hand
nog de spanning van de overkant
Tranen met water daar gemengd,
drogen nooit meer.
Wat de mens van nu her- denkt.

4 oktober 2018 – Leny Laenen-Nanninga

Beeld: Pim Ermers