Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenNooit te oud voor therapie
Interview

Nooit te oud voor therapie

Maandag 27 mei 2024

Iemand van zeventig doorverwijzen voor therapie bij mentale problemen: heeft dat nog wel zin? Arjan Videler en Rosalien Wilting zien veel ouderen in hun behandelkamer en vinden van wel. Toch wordt dit maar weinig gedaan. En dat terwijl er natuurlijk ook bij deze doelgroep psychische problemen spelen.

De kans dat een zeventig- of tachtigjarige voor een depressie wordt behandeld, is vier tot vijf keer kleiner dan bij iemand van vijftig jaar. Zelfs als de problemen die zij hebben hetzelfde zijn. En dat terwijl therapie op latere leeftijd hetzelfde oplevert als op jongere leeftijd. “Dat er zo weinig doorver­wezen wordt, heeft alles te maken met de beeldvorming over ouderen”, vertelt Arjan Videler, psychotherapeut, gezondheids­zorgpsycholoog en wetenschappelijk onderzoeker. “Er wordt vanuit gegaan dat ouderen minder baat hebben bij therapie of een diagnose. En dat het op latere leeftijd moeilijker is om patronen te veranderen. Ook ouderen vragen zichzelf af: moet ik dit nog wel doen? Hierdoor wordt er te weinig doorverwezen door behandelaars.” Door deze negatieve beeldvorming – ook wel ageism genoemd – is er sprake van onderbehandeling van ouderen met mentale problemen als autisme, ADHD, trauma’s of persoonlijkheidsstoornissen (bijvoorbeeld het wantrouwen van mensen of snel gekwetst zijn). Zij krijgen nu weinig of geen hulp.

Eindelijk antwoorden

In de praktijk blijkt dat ouderen juist wél geholpen zijn met een behandeling. Of alleen al bij het weten wat er aan de hand is. Rosalien Wilting, klinisch psycholoog-psychotherapeut: “In sommige gevallen worstelt iemand al zijn hele leven. Therapie kan ervoor zorgen dat hij eindelijk begrijpt waarom dat zo is. Ik heb bijvoorbeeld een cliënt behandeld die altijd moeite heeft gehad om zijn werk te behouden en het gezin draaiende te houden. Op latere leef­tijd bleek dat hij autisme had.” Therapie leidt dan tot antwoorden waar iemand al heel lang naar op zoek is. Die verklaringen geven rust. Wilting vervolgt: “Praktijkondersteuners en huisartsen zijn veelal terug­houdend om ouderen door te verwijzen. Er zijn vaak twijfels: ‘Als ik een cliënt doorverwijs, dan wordt er misschien van alles opengegooid.’ Maar het lígt al open, het is een hele zoektocht voor zo’n cliënt. Als je hem zelf vraagt of hij behandeling zou willen, dan staat hij daar vaak wél voor open.”

Praktijkondersteuners en huisartsen zijn veelal terughoudend om ouderen door te verwijzen

Nu of nooit

Het is niet zo dat er nu meer ouderen zijn met psychische problemen. Vroeger was het taboe: er werd niet over gesproken. En hoewel het nu meer onderwerp van gesprek is, wordt vaak de vraag gesteld of een 70-plusser zijn gedrag nog kan aanpassen. Videler: “Ouderen met autisme, ADHD en persoonlijkheidsstoornissen kunnen net zo goed veranderen als vijftigers. Vaak zijn ze nog extra gemotiveerd ook. Ze zien de horizon van het leven naderen; als ze het nu niet doen, dan komt het er nooit meer van.” Wilting vult aan: “Ik heb een cliënt gehad die met de gevolgen van ernstige trauma’s leefde. Hij is daar niet altijd even handig mee omgegaan, wat ook invloed had op zijn partner en kinderen. De herin­neringen van vroeger heeft hij altijd geprobeerd weg te stoppen. Toen hij met pensioen ging, kreeg hij nachtmerries. Hij kreeg de gedachten niet meer weggestopt. Hij zei: ‘Het is nu of nooit.’ En dat maakte hem heel gedreven om met de therapie aan de slag te gaan. Ik moet hem zelfs af en toe afremmen, zodat hij kan voelen en ervaren wat de therapie met hem doet.”

Vergroten van wijsheid

Het ouder worden brengt uitdagingen met zich mee, waardoor psychische problemen meer aanwezig kunnen zijn. Videler: “Als men voorheen gewend was om problemen weg te duwen door hard te gaan werken of te gaan sporten, dan verandert daar iets in als men met pensioen gaat of lichamelijke klachten krijgt door ouderdom. Dan komt er door dat verlies meer ruimte voor de eigen problematiek.” Als gewoontes wegvallen, wordt het moeilijker om gedachten of herinneringen weg te blijven drukken. Zo’n manier of gewoonte om met stress of negatieve gedachten om te gaan, wordt ook wel coping mechanisme genoemd. Wilting: “Aan de andere kant brengt de gevorderde leeftijd ook voordelen met zich mee. We kunnen in de behandeling terugvallen op eerdere positieve ervaringen.” Videler: “We noemen dat ook wel het vergroten van wijsheid. Een automatisch breineffect bij ouderen is dat zij meer focussen op het positieve.”

Arjan Videler en Rosalien Wilting werken beiden bij PersonaCura, GGz Breburg, in Tilburg. Ze schreven samen het boek Met de jaren. Waarom het wel zin heeft om ouderen met psychische problemen te behandelen (Uitgeverij Boom). Heeft u na het lezen van dit artikel of het boek vragen gekregen? Stel ze aan Videler en Wilting via personacura@ggzbreburg.nl

Herkenning

Om aandacht te vragen voor onderbehan­deling bij senioren schreven Arjan Videler en Rosalien Wilting samen een boek (zie kader op pagina 53); in eerste instantie voor professionals die ouderen moeten doorverwijzen naar de juiste hulp. Het boek wordt ook veel gelezen door ouderen zelf en hun omgeving die zich in de verhalen herkennen. Wilting: “Er zijn mensen die zelf naar de huisarts gaan en doelgericht vragen naar een bepaalde psychische stoornis omdat ze via via iets gehoord hebben. Anderen zijn al meerdere keren langs geweest met klachten als somberheid, angst of spanning.” Videler herkent dat: “We horen nu ook geluiden van ouderen die ons boek hebben gelezen dat ze zichzelf herkennen in de verhalen. Dat ze na het lezen van het boek beseffen dat ook zij een psychisch probleem hebben waar iets aan gedaan kan worden.”

Therapie kan ervoor zorgen dat iemand eindelijk begrijpt waarom hij al zijn hele leven worstelt

Eerder passende hulp

De twee psychotherapeuten werken allebei in de specialistische GGZ op een topklinische afdeling. Om door hen behandeld te worden is een verwijzing van een huisarts, psycho­loog of ziekenhuisarts nodig. Er is een wachtlijst, net als elders in de gezond­heidszorg. Videler: “Op ons pleidooi voor meer behandeling horen we vaak: wat als al die mensen zorg moeten krijgen? Als iedereen – dus drie tot vier keer meer mensen – doorverwezen wordt, kunnen we dat wel aan? Ik maak mij daar niet zo’n zorgen over. Mensen die nu worden door­verwezen hebben vaak al veel problematiek gehad en allerlei hulp gezocht die niet helpend was. Bijvoorbeeld hulp bij de huisarts of in het ziekenhuis voor lichame­lijke klachten. Dat kost ook tijd en geld. Als je die mensen eerder passende hulp biedt, dan kan de behandeling vaak korter.”

Verbetering op verschillende niveaus

Wat is er nodig voor meer psychische zorg voor ouderen? Wilting: “Er is op verschil­lende niveaus verbetering nodig. Het is enerzijds een maatschappelijk probleem. Als je alleen al kijkt naar de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, die is voor­namelijk door financiële belangen omhoog­gegaan. Niet vanuit het belang van de oudere. Er ligt ook een taak bij de specialistische opleidingen. Er wordt vaak maar kort aandacht besteed aan de behandeling van ouderen en bepaalde aandoeningen. En er ligt een taak bij ouderen en hun naasten om meer te herkennen en signaleren. Als je bijvoorbeeld weet dat je dochter behandeld wordt en dat heel normaal vindt, waarom zou je dan niet met jezelf aan de slag gaan? De aanpak van het probleem van onderbehandeling ligt dus niet alleen bij de praktijkondersteuners en huisartsen die door moeten verwijzen. Het ligt veel breder.”

Beeld: Arnold Reyneveld

Auteur

Afbeelding voor Yvette Hoogenboom

Yvette Hoogenboom