‘Mensen zeggen dat ik zo weinig veranderd ben’
Vrijdag 1 september 2023Judith Bosch wordt nog steeds bijna dagelijks aangesproken op straat, meestal door 55-plussers. Ze was in de jaren ’60, ’70 en ’80 een van de bekendste televisiegezichten. ‘Mensen zeggen altijd dat ik zo weinig veranderd ben. Ik heb nog steeds een ronde kop, kort blond haar en weinig rimpels. Ze herkennen me soms zelfs aan mijn stem. Ongelooflijk hè?’
We zijn niet oud, we zijn van hoge leeftijd
Ruim twintig jaar was Judith Bosch wekelijks op ‘het tweede net’ te zien, tot ze in 1984 vrij plotseling stopte met televisie maken. ‘Het was mijn droom om een muziekprogramma te presenteren met Franse artiesten. Maar ze wilden mij eindeloos spelletjes laten doen. Toen ben ik gestopt.’ Bosch heeft vervolgens jarenlang een succesvol bureau voor media- en presentatietrainingen gerund. Vele van de gezichten die regelmatig op televisie zijn, zijn bij Bosch op training geweest. ‘Ik ben er bij toeval ingerold. Toen ik zelf een presentatietraining volgde, vroeg de trainer na afloop of ik hem wilde opvolgen. Mijn mond zakte open. Hij zei: “Je bent de eerste BN’er die ik tegenkom die in staat is om niet zichzelf centraal te stellen, maar de ander.” Observeren en feedback geven, daar ben ik goed in. Het fijne aan mijn vak is dat je direct zichtbaar resultaat hebt. ’s Middags had ik presentatoren in mijn training en ’s avonds moesten ze al op de buis.’ Is Bosch wel eens in de verleiding geweest om terug te keren op tv? ‘Televisie is natuurlijk ontzettend veranderd sinds ik voor het laatst op tv was. Er wordt bijvoorbeeld twee keer zo snel gesproken als toen ik presenteerde. In de amusementsprogramma’s gaat het nu om de presentator. Om een mooie meid, een voetbalheld, een zangeres die opeens gaat presenteren. Dat is een hele andere insteek. Toen Omroep MAX net bestond, hebben ze een paar keer aan mij gevraagd of ik wilde co-presenteren. Maar toen was ik al zo lang van de buis. Tijd voor de nieuwe garde.’
Handje helpen
Bosch is in haar tachtigste levensjaar en is naar eigen zeggen voor haar leeftijd heel actief. Zowel maatschappelijk als met de kleinkinderen. ‘Samen met mijn man Wim heb ik veertien kleinkinderen, hij zes en ik acht. Dat houdt ons lekker bezig. We zijn voortdurend in de weer met verjaardagen, vakanties en bij tennis gaan kijken. En ik vind: als je gezond bent op mijn leeftijd, dan moet je ook iets maatschappelijks doen. Wij hebben het samen waanzinnig goed, dat wil ik zoveel mogelijk delen. En dat doe ik bijvoorbeeld door anderstaligen te helpen hun Nederlands te verbeteren, via Stichting Samenspraak. En via Stichting Handje Helpen ga ik wekelijks op bezoek bij een licht dementerende vrouw die nog thuis woont. Want dat moet van de minister: we moeten steeds langer thuis blijven wonen. Die mevrouw is boven de 85, veel mensen om haar heen zijn overleden en ze heeft daardoor niet veel aanspraak meer. Ik neem haar dan mee naar een terras in de buurt voor een kopje koffie. Dan heeft zij een leuke middag en wordt ze even uit haar isolement gehaald. Het stelt misschien helemaal niks voor. Maar toch: als je één mens redt, red je de wereld. Ik vind dat fijn om te doen.
Vroeger was ik een druktemakertje, nu ben ik veel milder
Kom op
Waar Bosch ook veel tijd doorbrengt, is bij de Koninklijke Industrieele Groote Club, een besloten sociëteit en businessclub in hartje Amsterdam. ‘Deze club is voor mij heel belangrijk. Er is in Amsterdam veel te doen, maar daar is het persoonlijker. We kennen de mensen, de keuken en er zijn altijd interessante lezingen. En het is nóg leuker om actief te zijn in commissies, om zelf lezingen te organiseren. Dat raad ik ook altijd iedereen aan: ga in een commissie, zorg dat je iets bijdraagt. Dan ben je veel meer betrokken. Denk niet te gauw: ik ben te oud, dat kan ik niet meer of ik ben niet interessant. Júíst je ervaring kan zo belangrijk zijn voor het organiseren van dingen. En daar krijg je veel energie van. Onze huisarts zei: je bent niet oud, je bent van hoge leeftijd. Dat vond ik wel mooi. Oud heeft een negatieve klank. Van hoge leeftijd, daar kun je naar opkijken.’ Bosch noemt het een geluk dat zij en haar man op geestelijk niveau nog helemaal mee kunnen doen. ‘We moeten ons er soms echt toe zetten om te gaan, zeker als het slecht weer is. Natuurlijk kun je thuisblijven en televisiekijken, en soms doen we dat ook wel. Maar het is op de club altijd inspirerender dan voor de televisie. En dan boffen we dat we elkaar hebben. Dan zeggen we: kom op, we gaan! Het helpt ons om fris te blijven. Ik was kortgeleden bij een lezing van Diederik Samsom (politicus, nu bezig met de Europese milieuwetgeving, red.). Toen hij voorbeelden gaf van vergevorderde milieuontwikkelingen, vielen de monden in de zaal massaal open. Hij noemde auto’s met zonnecellen op het dak, die volledig rijden op zonne-energie. En manieren om zout water om te zetten in zoet water. Die ontwikkelingen zijn veel verder dan we allemaal denken. Het is naast alle somberte over de toekomst van de aarde, fijn om ook eens positieve geluiden te horen. Ik had het voor geen goud willen missen.’
Wie is Judith Bosch?
Judith Bosch (79) woont met haar man Wim le Rûtte (88) in Amsterdam. Ze heeft twee dochters en een zoon uit een eerder huwelijk. Ze studeerde Frans en had een kortstondige carrière als cabaretière bij Paul van Vliet, als Pepijntje. Daarna presenteerde ze verschillende televisie- programma’s, zoals Fanclub, Tweekamp, Stedenspel en Spel zonder grenzen, waarvan vele samen met Dick Passchier. Vanaf 1984 had ze meer dan dertig jaar een bloeiende praktijk voor presentatie- en mediatrainingen.
Zorgen
Bosch kan zich best zorgen maken over de toekomst. ‘Daar praten we veel over. Moet je voorstellen: ik heb veertien kleinkinderen. Hoe ziet de wereld er straks uit voor hen? De jongste is vier maanden en de oudste van Wim is dertig. Hoe zal het met ze gaan? Het enige dat je als grootouders kunt doen, denk ik, is helpen de basis van die kinderen zo stevig mogelijk te maken. Mijn dochter noemt dat “voorleven”: het voordoen hoe je moet leven. Gelukkig wonen we op fietsafstand van een heleboel kleinkinderen. Die komen regelmatig langsgefietst. Dan doen we een kaartspelletje en we kletsen. Over van alles: over vriendjes, over verliefd worden. We hebben niet overal een antwoord op, en het zijn niet altijd levenszaken, maar het is fijn dat ze zich veilig voelen om dat met ons te bespreken. En door met ze te praten, leg je die basis.’
Zijn er ook zorgen over hun eigen toekomst? ‘Ik zou zeggen van niet, dat zien we wel. En toch, in alle eerlijkheid, merk ik dat we bijvoorbeeld geen lange termijnplannen meer maken. We waren van plan om naar Indonesië te gaan. Ik heb daar als kind gewoond en zou dolgraag nog een keer teruggaan. Maar opeens kreeg ik het Spaans benauwd. Als daar iets gebeurt, dan zit je in een heet, vochtig land, misschien zonder goede gezondheidszorg. Conclusie was: dit moeten we niet doen. Maar dat vind ik natuurlijk wel érg jammer. We moeten accepteren dat we krakkemikkig worden.’ Het nadenken over de toekomst schemert ook door bij de grote verbouwing die ze recent hebben laten doen. ‘Wij woonden altijd in een bovenwoning, tot we een paar jaar geleden in de luxe situatie kwamen dat we de benedenverdieping erbij konden kopen. Nu hebben we een tuintje en alles is gelijkvloers. Het liefst blijven we hier tot onze laatste snik. De verbouwing duurde anderhalf jaar en was zwaar. Al onze vrienden zeiden: jeetje joh, koop gewoon een leuke seniorenflat met een lift. Jullie zijn gek dat je nog aan zo’n verbouwing begint. Maar dat vonden wij dus niet. En nu zijn we als een kind zo blij. En onze vrienden zijn blij voor ons. We verhuren de bovenste etages. Ook dan zeggen veel mensen: waar je zin in hebt. Wij dachten: we zien het wel, we kunnen het toch proberen? Nu wonen er hele leuke mensen en als die eruit gaan, komt onze kleinzoon er wonen. Zo leuk. En ook dat houdt ons jong.
Denk niet te gauw: ik ben te oud
PHPD’tjes
Judith Bosch is verder vrij laconiek over ouder worden. ‘Je kan het niet tegenhouden, ouder worden is een gegeven. Je krijgt wat wij noemen PHPD’tjes: pijntje hier pijntje daar. Dat hoort erbij. Als ik met vrienden ben, nemen we even kort de PHPD’tjes door. En daarna hebben we het over andere dingen. Je kan zuur worden als je ouder wordt, dat zie je ook best bij mensen gebeuren. Ik ben het tegenovergestelde, ik ben alleen maar dankbaar voor hoe goed we het hebben. Dat maakt het leven een stuk lichter, ook voor elkaar. Wim is vorige week van zijn fiets gevallen en heeft zijn been heel lelijk bezeerd. Daar kunnen we over zeuren en het ís ook heel vervelend. Óf we kunnen er samen om lachen. Had hij maar niet zo stom moeten doen.’ De geestelijke gezondheid is iets heel anders, nuanceert Bosch: ‘God verhoede dat ik ga dementeren. Als je geestelijk honderd procent in orde bent, dan kún je lachen en relativeren. Dat is niet iedereen gegund. Vroeger was ik een druktemakertje, ik kon me ontzettend opwinden over dingen als afspraken niet nakomen. Nu denk ik: joh, ben je gek, die ander is ook maar een mens. Ik ben milder geworden. En dat vind ik echt positief aan ouder worden.
Beeld: Michel ter Wolbeek
Gerelateerde artikelen
Geniet van alle ONS voordelen als KBO lid:
✔ Ontvang 11x per jaar het print magazine ONS.
✔ Ontvang 12x per jaar het ONS Mailmagazine
✔ Iedere dag 8 verschillende puzzels maken
✔ Er op uit met voordeel
✔ Veel keuze uit aanbiedingen