Maarten van Rossem: ‘Ik zie het niet zozeer als werk’
Maandag 22 januari 2024U kent Maarten van Rossem vast van het televisieprogramma De Slimste Mens, waar hij na dit jaar mee stopt. En hoewel hij onlangs tachtig werd, zit hij bepaald niet stil. In zijn nieuwste boek Herinneringen aan mijn jeugd geeft hij een inkijkje in zijn turbulente kinderjaren. Is hij echt zo’n norse brompot als veel mensen denken?
Wat vindt Maarten van Rossem zelf het grootste misverstand dat mensen over hem hebben? ‘Mensen denken dat ik een door en door sombere, cynische persoonlijkheid ben. Ik ben een normaal mens: soms ben ik opgewekt en soms niet.’ Met zijn herkenbaar monotone stemgeluid legt Van Rossem uit waar hij denkt dat dit vooroordeel vandaan komt. ‘Mensen die op televisie komen zijn vaak een beetje zenuwachtig en dan gaan ze voortdurend zitten lachen. Ook wordt er bij praatprogramma’s overdreven veel geklapt. Nou, ik ben niet iemand die voortdurend lacht of klapt. Dan maak je dus al gauw een sombere, cynische indruk. Maar dat is volkomen onterecht.’
Wie is Maarten van Rossem?
Historicus en Amerika-kenner Maarten van Rossem (80) is bij het grote publiek vooral bekend als juryvoorzitter bij De Slimste Mens en van tv-programma Hier zijn de Van Rossems. Hij schreef ruim dertig boeken, brengt vier keer per jaar opinieblad Maarten! uit en heeft een eigen podcast. Hij werd geboren in Zeist, groeide grotendeels op in Wageningen en woont nu in Utrecht. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en vier kleinkinderen.
Moeilijk voor te stellen
Van Rossem heeft afgelopen najaar de respectabele leeftijd van tachtig jaar bereikt. Hij is nog steeds een veelgevraagd spreker, bracht eind vorig jaar twee boeken uit, heeft een eigen tijdschrift, een podcast én naast De Slimste Mens nog een eigen televisieprogramma met Emma Wortelboer over hun generatiekloof. Wat is zijn geheim? ‘Van een afstandje kan het zo lijken dat ik een heel ijverige tachtigjarige ben. Maar dat valt wel mee. Het is niet een wonder op aarde ofzo.’
Van Rossem ontmoette Emma Wortelboer bij De Slimste Mens. Later, bij het programma Boerderij Van Dorst, merkten ze dat ze goed met elkaar konden opschieten. Al snel ontstond het idee voor een gezamenlijk tv-programma. ‘De bedoeling is om op enigszins luchtige wijze duidelijk te maken hoe groot de verschillen zijn tussen opgroeien in 1950 en in 2000. In die halve eeuw is Nederland natuurlijk grondig veranderd. Het is heel anders als je opgroeit in een huis met centrale verwarming of in een huis waar één kachel staat. Waarbij je in je ijskoude bed gaat liggen in een ijskoud kamertje. Toen was dat heel normaal, dat is voor Emma moeilijk voor te stellen.’
Als historicus had Van Rossem uiteraard al een goed beeld van hoe de wereld veranderd is. Toch vond hij het een leuk programma om te maken. ‘Er waren vrij komische momenten bij de opnames. Mensen zijn fysieker geworden. Denk aan zo’n hug geven als ze elkaar begroeten. Dat deden wij nooit, en nog steeds niet. Toen we een oude schoolvriend van mij opzochten gaf ik hem een hand. Dat vond Emma echt idioot. Terwijl die vriend zich een aap was geschrokken als ik hem ineens in de armen had genomen.’
Ze zijn er nog
Voor veel lezers zal dit typerend zijn voor hoe ook zij opgroeiden. Meer herkenbare gebeurtenissen zijn terug te vinden in Van Rossems nieuwste boek Herinneringen uit mijn jeugd. Van Rossem is geboren in Zeist tijdens de Tweede Wereldoorlog, in oktober 1943, en ontsnapte als baby ternauwernood aan een bombardement.
‘Het is het meest avontuurlijke deel van mijn leven. Mijn ouders moesten met mij op de vlucht en de hongerwinter speelde natuurlijk ook nog tussendoor. Het had veel slechter met ons af kunnen lopen.’ Het boek beschrijft verder hoe het gezin uitbreidde met zus Mary, die al snel Sis werd genoemd, en iets later broer Vincent. En hoe Sis op verschillende manieren tot steun voor Van Rossem was. Ze kwam voor hem op tijdens plagerijen op school en samen konden ze klagen over de toorn van moeder die vooral op hun tweeën neerkwam en veel minder op broertje Vincent. ‘Op latere leeftijd hebben we het daar nog vaak over gehad. Waarom hij niet en wij wel? Dat vonden wij bijzonder onrechtvaardig.’
Sis is bijna twee jaar geleden overleden. Voor Van Rossem voelt dat niet zo. ‘Vrijwel iedereen met wie ik ben opgegroeid is dood, behalve gelukkig mijn broer Vincent. Mijn zus, mijn ouders, grootouders, ooms, tantes. Ongelooflijk. Maar het wonderlijke is: die mensen zijn er gewoon nog in mijn hoofd met al hun eigenaardigheden. Mijn zus bijvoorbeeld: ik weet precies wat ze over dingen zou zeggen of denken. En dat geldt ook voor mijn opa en oma, waar ik heel goed mee was. Alsof elk moment de telefoon kan gaan en mijn opa dan aan de lijn zou zijn. Mensen gaan dood, maar verdwijnen niet.’
Mensen zijn er gewoon nog in mijn hoofd met al hun eigenaardigheden
Gemakzuchtig
Van Rossem had nooit gedacht zo oud te worden. ‘De levensverwachting van Nederlandse mannen die in de oorlog zijn geboren is rond de 75 jaar, maar ik ben er nog. We gaan het zien. Zolang je helder in je hoofd bent, is er niet zo heel veel aan de hand. Voor mijn vrouw ligt dat anders. Zij is in korte tijd twee keer gevallen, waardoor haar mobiliteit fors is aangetast.’ Als hij uitlegt welke impact dat heeft op hun leven, wordt Van Rossem meteen feller. ‘Als je vrouw moeilijk loopt, dan kijk je heel anders tegen de wereld aan. Wij gaan bijvoorbeeld niet meer met het openbaar vervoer. Nee, als je wilt dat ook ouderen gebruik maken van het openbaar vervoer dan zal er heel veel moeten veranderen. Ik vind dat daar heel gemakzuchtig over gedacht wordt. En dat wordt ook allemaal gezegd door mensen van dertig die daar zelf helemaal geen problemen mee hebben. Maar om bussen in en uit te stappen of roltrappen op en af te gaan, dat is voor iemand die met een kruk loopt een heel lastige onderneming.’
Werk als ontspanning
Toch zijn er gelukkig ook genoeg mooie kanten aan deze levensfase, wat Van Rossem betreft. ‘Ik ben nu ruim vijftien jaar met pensioen en ik kan zeggen: dat is in allerlei opzichten een bijzonder aardige en aangename tijd. Je hoeft geen carrière meer te maken, je hoeft alleen maar te doen wat je leuk vindt. Ik ben zelf geen televisiekijker, maar ik vind het maken van televisieprogramma’s leuk en afwisselend werk. Je loopt nog eens iemand tegen het lijf.’ Van Rossem heeft naar eigen zeggen niets te klagen over zijn pensioentijd. ‘Ik kan het warm aanbevelen aan Jan en alleman. Zorg wel dat je wat omhanden hebt. Mijn vrouw vindt dat ik te hard werk, maar ik zie het niet zozeer als werk. Werk kan ook ontspanning zijn, zeker in zo’n stoel bij De Slimste Mens. Ik moet oppassen dat ik niet in slaap val.’
Dat laatste is uiteraard gekscherend bedoeld, want Van Rossem vertelt juist hoe aangenaam hij het vindt om het programma te maken. ‘Er worden komend jaar nog negentig afleveringen gemaakt met Philip en mij. Ik ga het wel missen. Er komt een enorme hoeveelheid bekende en minder bekende mensen voorbij en soms ontstaat er een grappig discussietje. Het is in mijn geval ook niet heel vermoeiend, dat is voor Philip wel anders. Ik zit in een stoel en af en toe zeg ik iets. Soms wordt er iets heel stoms gezegd, soms moet je iets corrigeren, soms wordt je wat gevraagd. Maar ik kan niet te veel kleinigheden aanmerken, want alles is geprogrammeerd en anders ligt het programma een half uur of drie kwartier stil totdat het veranderd is.’
Het is volkomen zinloos om je zorgen te maken over dingen waar je geen enkele invloed op hebt
Wakker liggen
Als historicus volgt Maarten van Rossem meerdere Nederlandse en internationale kranten en tijdschriften, zodat hij een gevarieerde informatie-inname heeft. Zowel in zijn podcast als in zijn tijdschrift en als tafelgast bij talkshows deelt hij zonder opsmuk zijn nuchtere kijk op de actualiteiten. Daar wordt hij ook weleens om bekritiseerd. ‘In het algemeen wordt alles door de media schromelijk overdreven. Al zijn er ook dingen die ernstig genoeg zijn om, laten we zeggen, ook heel ernstig genomen te worden. Neem zo’n drama als wat zich nu voltrekt in de Gazastrook. Dat is natuurlijk een conflict tussen Palestijnen en Israël wat al decennia speelt en wat heel problematisch ligt.’ Is die nuchterheid met de jaren gekomen of zat het er altijd al in? ‘Het is volkomen zinloos om je zorgen te maken over dingen waar je geen enkele invloed op hebt. Ik heb weleens gezegd, en dat vonden mensen geloof ik een schande, dat ik mij meer zorgen maakte over mijn lekkende dakgoot dan om het wereldgebeuren. Want die lekkende dakgoot, daar moet ik iets aan doen. Zo denk ik er nog steeds over. Als je echt wakker ligt van het wereldgebeuren, dan ben je gauw dood, denk ik. Dat moet je gewoon niet doen.’
Het lijkt wel of Van Rossem al zijn kennis altijd meteen paraat heeft. Hoe doet hij dat op zijn tachtigste? ‘Als ik nog ouder word zal dat wel veranderen, neem ik aan. Maar als je je geheugen actief blijft trainen, en dat is wat natuurlijkerwijze gebeurt als je veel leest en je met dingen bezighoudt, dan zul je zien dat je geheugen heel redelijk op peil blijft. Anderzijds klaagt mijn vrouw steen en been over alle kleinigheden die ik vergeten ben, bijvoorbeeld als ik boodschappen ga doen.’
Waar is Van Rossem het meest trots op? ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik een plankje in de boekenkast heb staan waar mijn eigen werk staat. En als ik een licht gedeprimeerd gevoel heb, dan kijk ik links naar dat plankje en denk ik: nou, dat valt toch wel mee. Aan de andere kant moet je je altijd realiseren dat alles en iedereen wordt vergeten. Daar moet je geen illusie over hebben.’
Beeld Merlijn Doormerik
Gerelateerde artikelen
Geniet van alle ONS voordelen als KBO lid:
✔ Ontvang 11x per jaar het print magazine ONS.
✔ Ontvang 12x per jaar het ONS Mailmagazine
✔ Iedere dag 8 verschillende puzzels maken
✔ Er op uit met voordeel
✔ Veel keuze uit aanbiedingen