Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenKerstmis in de jaren 50
Een winterse herinnering

Kerstmis in de jaren 50

Maandag 27 november 2023

Een KBO-lid vertelt: ‘Ik groeide op in een groot gezin met twaalf kinderen. De familie woonde op een boerderij even buiten het dorp. Voorafgaand aan Kerstmis ging vader op een avond prijsschieten bij de bakkers in het dorp. Op die dag zorgde vader ervoor dat hij niet te veel werk had, zodat zijn handen rustig waren. Met een windbuks schoten de mannen in de bakkerij op een schijf. Vader kon goed schieten, zodat hij ieder jaar prijzen won en met veel lekkers thuiskwam.

In de nacht van 25 december stonden wij heel vroeg op; een gedeelte van het gezin ging naar de kerk, waar om vijf uur de eerste mis begon. Vader bleef thuis om te melken, waarbij de oudere broers hielpen. De oudere zussen maakten de ontbijttafel klaar. Met moeder vertrokken wij lopend; het eerste gedeelte naar de ‘harde weg’ was een modderig pad, zeker toen het geen witte kerst was. Dus de klompen gingen aan. Die werden halverwege omgewisseld voor de schoenen. Door de bomen heen zag je de maan overdrijven; de sterren flonkerden en vanuit de verte hoorden wij de kerkklokken luiden. Ieder jaar weer vond ik dat een betoverende ervaring. Fijne herinneringen heb ik aan het samenzijn in de kerk en het zingen van bekende kerstliedjes. Tegen half acht wandelden we terug en na een lange tocht door de kou was het fijn om terug te komen in de warme keuken waar de houtkachel brandde, de olielampen en kaarsen waren aangestoken. Het kerststalletje met wat mos omringd stond opgesteld. Een kerstboom hadden wij in die tijd nog niet. De tafel was rijkelijk gevuld met al het lekkers wat vader met prijsschieten had gewonnen: krentenbrood, eierbrood, zelfs taart. De door moeder gemaakte balkenbrij stond te geuren op de kachel, het nagelholt (runder-rookvlees) stond op tafel en natuurlijk de voesworst van de slager. Na het ontbijt ging vader met de oudere kinderen naar de hoogmis om tien uur. Moeder zorgde voor het middageten – nu noemen we dat het kerstdiner. Het belangrijkste was de haas, door vader geschoten op een moment voor kerst dat het slecht weer was, met wind en regen, zodat de buren de knallen niet zouden horen. Ja, vader was soms een streuper.

Het was smullen met aardappeltjes, rode kool en appelmoes. Met zo’n grote familie was die grote haas dan ook in één keer op. In de middag ging een deel van het gezin weer naar de kerk, naar het lof. De achterblijvers bleven thuis om de rozenkrans te bidden. Na al dat bidden en zingen kwam de weckpot met pruimen op tafel en was het nog gezellig samen zijn. De kliekies van eerste kerstdag werden dan opgemaakt. Wat heb ik mooie herinneringen aan de kerst uit mijn jeugd. We moesten meehelpen, zuinig zijn, maar een gevoel van saamhorigheid en vrede draag ik nog steeds met me mee.’

Uit het Kerstboekje 2020 van KBO Boerhaar-Wijhe