Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenElke dag een beetje Bach
Klassieke muziek

Elke dag een beetje Bach

Dinsdag 23 februari 2021

‘Ik heb nooit hoeven kiezen tussen klassiek en pop’

Jan-Willem Rozenboom

Al 25 jaar is hij pianist in de band van Guus Meeuwis. Als producer en componist schreef hij samen met Meeuwis hits als Brabant, Toen ik je zag en Tranen gelachen. Maar Jan-Willem Rozenboom is ook klassiek pianist én Bach-kenner.

image

Als ik aanbel bij zijn huis in Tilburg, maken zijn vrouw en dochter de deur open. Ze begroeten me vriendelijk. Zelf komt Jan-Willem Rozenboom (46) er ook aan lopen. Hij gaat voor me uit, richting zijn studio, en we passeren een woonkeuken waar zijn kinderen aan tafel zitten te leren. ‘Tja, thuisonderwijs hè…’, lacht hij. We nemen plaats in zijn studio, waar onder meer een vleugel en een keyboard staan. Ik heb het gevoel de ruimte al een beetje te kennen, aangezien ik liefhebber ben van Jan-Willems video’s over Bach, die hij met regelmaat plaatst op zijn social media en die hij opneemt in de ruimte waar nu het interview plaatsvindt.  

Mini-colleges

Elke dag een beetje Bach: zo heten die korte video’s op Facebook en Instagram: een soort mini-colleges van een paar minuten waarin Jan-Willem niet alleen stukken van Bach speelt, maar er ook altijd iets over vertelt. Zijn Online BACH Colleges zijn de lange versies van de video’s: in 50 minuten vertelt hij over Bach en speelt hij zijn muziek. 

Corona

Jan-Willem is de video’s en de colleges gaan maken toen het begin vorig jaar door corona haast onmogelijk werd om live op te treden. ‘Corona is echt niet fijn, een groot deel van mijn inkomsten valt weg. Maar ik ben gelukkig druk met mijn filmpjes en colleges. Ik vind het leuk om die te maken en ik merk dat theaters me daardoor beter weten te vinden.’ 

Praten over Bach

In de loop van vorig jaar heeft Jan-Willem nog een aantal keren in Theaters Tilburg gestaan met zijn Bach-drieluik, dat ook de vorm heeft van een soort college. ‘Ik combineer muziek en verhalen heel graag. Als je er iets meer van afweet, snap je beter wat er gebeurt en hoe de muziek in elkaar steekt. Ik had al vaker met theatercolleges in de schouwburg gestaan. Het is begonnen in 2015 met de Goldbergvariaties van Bach. In het begin vond ik het doodeng om voor publiek te praten. Maar als ik met vrienden over Bach sprak, merkte ik dat dat praten gemakkelijker ging. En zo werd de drempel om op een podium te spreken lager.’

Interactie

Bij de optredens vorig jaar mochten slechts dertig mensen aanwezig zijn, maar dat was voor Jan-Willem geen belemmering. Sterker nog: ‘Ik vond dat heel leuk. Een klein publiek maakt meer interactie mogelijk. De mensen een beetje uit hun tent lokken… als er eentje komt, komen er vaak wel meer. De reacties uit het publiek dwingen me op een andere manier over dingen na te denken. Ik krijg vragen over zaken die voor mij volstrekt logisch zijn… “Waarom leer je alles uit je hoofd? Hoe doe je dat?” Tja, dertig man… het wordt dan een soort van intiem. Dat is best eng, maar vooral ook heel leuk.’

Andere discipline

Spelen voor dertig man staat nogal in contrast met de optredens die Jan-Willem al 25 jaar als pianist van Guus Meeuwis geeft voor volle zalen en stadions. En eenzelfde contrast is terug te vinden in het type muziek dat hij met Meeuwis maakt en dat hij zelf speelt: licht tegenover klassiek. En zelf voegt hij daar nóg een contrast aan toe: ‘Met de band spelen is een heel andere discipline dan alleen spelen. Een groter contrast is er niet. In een band reageer je op elkaar; je bent met elkaar aan het spelen. Daardoor is er altijd sprake van een soort geïmproviseerde muziek. Als ik alleen speel, bepaal ik alles zelf.’ 

Guus

De combinatie van zijn werk als solopianist en bandlid vindt hij fijn. ‘Op dit moment speel ik natuurlijk weinig met Guus. In het voorjaar en de zomer van vorig jaar ben ik vooral met mijn klassieke werk bezig geweest. Maar in september hebben we met de band nog 42 keer voor 400 man opgetreden in 013 Poppodium Tilburg. Toen dacht ik wel: oh, wat is dit fijn! Juist die afwisseling ja… die maakt het zo leuk. Ik heb wel eens gedacht dat ik ooit een keer zou moeten kiezen tussen klassiek en pop, maar dat blijkt niet nodig. Integendeel zelfs: het een versterkt het ander. Klassieke muziek zit in mij, ik gebruik die dus ook als ik liedjes voor Guus schrijf.’

Akkoorden van Bach

Aan de oppervlakte zijn er natuurlijk grote verschillen tussen popmuziek en klassieke muziek vervolgt Jan-Willem: ‘Bij popliedjes ben je beperkter, daar zitten meer regels aan vast: een liedje moet zo’n drie minuten duren, het moet goed te zingen zijn – dat soort dingen. Maar qua melodie en harmonie hebben popmuziek en klassieke muziek veel overeenkomsten. Ik pas mijn kennis over klassieke muziek niet zozeer bewust toe in de popliedjes, maar achteraf herken ik wel elementen. In het liedje Brabant vind je bijvoorbeeld de akkoorden terug van de Aria van Bachs Goldbergvariaties.’

Uit het hoofd

Als student aan het conservatorium leerde Jan-Willem in de jaren negentig Guus Meeuwis kennen bij een Tilburgse studentenvereniging. De twee raakten bevriend en Jan-Willem begon als bassist bij Vagant, Meeuwis’ begeleidingsband. ‘Als bassist ja, haha! Mijn broer speelde contrabas en ik wist wel een beetje waar de noten zaten. Al snel werd ik de pianist van de band.’

Muziekschool

Over het plotse succes zegt hij: ‘Dat was iets ongewoons… daar reden we met z’n zessen in een busje door het land, van optreden naar optreden. Een jaar of twee heb ik alle bijvakken op het conservatorium laten versloffen. Ik heb zelfs even getwijfeld of ik mijn studie wel moest afronden. Uiteindelijk heb ik dat toch gedaan. Moest ik ineens stagelopen op een muziekschool, werken met leerlingen die er niet veel zin in hadden. Dat was een enorm contrast: optreden met de band en lesgeven op de muziekschool in Veldhoven… Maar achteraf ben ik blij dat ik mijn studie heb afgemaakt.’

Goldbergvariaties

Gelijk na zijn examen vatte Jan-Willem het idee op zich te storten op de Goldbergvariaties van Bach. ‘Ik wilde heel graag aan de slag met zo’n mega stuk. Ik kende alleen de eerste paar variaties en was ontzettend benieuwd naar de reden waarom ze zo’n enorme naam hadden. Ik ben erover gaan lezen en de stukken gaan instuderen. Ik leerde ze vanaf het begin uit mijn hoofd. Dat had ik aan het conservatorium geleerd: als je een stuk uit je hoofd leert, zit het in je spiergeheugen en je gewone geheugen. Dan ken je het beter en heb je overzicht: je weet wat er komt. En zo raak je in staat na te denken over details.’

Hardcore klassieke mensen

Na jaren studeren, vond Jan-Willem dat zijn vertolking van de Goldbergvariaties ‘ergens op begon te lijken’. Hij kreeg de ambitie die voor zijn veertigste op cd op te nemen. En dat is gelukt: in 2015 kwam die uit. ‘Dat vond ik heel spannend. Ik merkte – en nog steeds weleens trouwens – dat sommige mensen sceptisch zijn. Vooral de hardcore klassieke mensen zijn een beetje gereserveerd. Die vinden: omdat ik bij Guus speel, kan ik niet goed klassiek spelen…’ Maar zijn cd werd heel goed ontvangen; een beloning voor zijn harde werken: ‘In totaal heb ik – naast mijn optredens met Guus – elf jaar op de Goldbergvariaties gestudeerd.’ 

Matthäus Passion

Met Pasen voor de deur vraag ik me af of Jan-Willem ook iets heeft met Bachs Matthäus Passion. ‘Ja, natuurlijk, ik vind het – net als de meeste mensen – een fantastisch stuk. Maar het is geen pianomuziek, dus ik ben er nooit echt mee aan het werk geweest. Behalve voor een van mijn Online BACH Colleges: daarvoor heb ik een vierstemmige aria voor hobo en fluit bewerkt voor piano. Dat vind ik mooi om te doen: die stukken analyseren en uitvinden hoe ze in elkaar zitten.’ Vorig jaar had hij kaartjes voor de Matthäus Passion in Tilburg; daar zou hij met zijn oudste zoon naartoe gaan. Helaas gooide corona roet in het eten. Wel hebben ze toen samen in twee etappes de hele Mattäus Passion op tv gekeken.

Viool en piano

Zijn zijn kinderen – hij heeft er vier – net zo muzikaal als hij? ‘Ze zijn in elk geval erg geïnteresseerd in muziek. We hebben de regel: tot je naar de middelbare school gaat moet je een instrument bespelen; daarna mag je stoppen. Drie kinderen zitten inmiddels op de middelbare school en alle drie zijn ze gestopt zodra dat mocht. Maar het grappige is dat ze daarna ook weer alle drie begonnen zijn. Op dit moment speelt de jongste viool en de drie oudsten spelen piano. Ik had hier in mijn studio wat oude keyboards staan; die staan nu op hun slaapkamers. Ze leren vooral via YouTube. En heel af en toe komen ze bij mij voor hulp.’

Hoop

Ondanks dat Jan-Willem nog niet heeft stilgezeten tijdens de coronacrisis, hoopt hij later dit jaar toch weer meer te kunnen optreden. Plannen zat in elk geval: er komt een reprise van zijn Schubert Theatercollege. Want hij is niet alleen Bach- maar ook Schubertliefhebber en -kenner. Daarnaast gaat hij met zijn Bach-drieluiknaar andere steden, onder meer naar Den Haag. ‘En’, zo sluit hij af, ‘natuurlijk hoop ik heel erg dat we weer met Guus kunnen spelen. We zijn aan het uitzoeken of we de stadionconcerten op een aangepaste wijze sowieso doorgang kunnen laten vinden. Misschien door meer te spelen voor minder mensen. Hoe dan ook hoop ik dat we in elk geval íets kunnen doen in de zomer.’ En dat hopen we natuurlijk allemaal…!

Bent u benieuwd naar Jan-Willem Rozenbooms mini-Bachcolleges op Facebook? Volg dan zijn pagina Elke dag een beetje Bach op https://www.facebook.com/jwrozenboom/

Meer informatie over zijn Online BACH-colleges, cd’s en optredens vindt u op www.jwrozenboom.nl

De Duitse componist Johann Sebastian Bach (1685-1750) componeerde de Goldbergvariaties: een grote compositie die bestaat uit een aria, gevolgd door 30 variaties. Bach schreef dit werk oorspronkelijk voor klavecimbel, tegenwoordig wordt het ook veel op de piano uitgevoerd.