Ga door naar hoofdcontent
Artikelen‘Alles wat je meemaakt vormt je tot wie je bent’
Noraly Beyer:

‘Alles wat je meemaakt vormt je tot wie je bent’

Maandag 10 maart 2025

Noraly Beyer was jarenlang een vertrouwd gezicht op de Nederlandse televisie bij het NOS Journaal. Als één van de eerste nieuwlezeressen van kleur was ze een rolmodel voor velen. Ze is met verschillende culturen opgegroeid en neemt overal iets dierbaars van mee. Een gesprek over verbinding en dankbaarheid.

In de loop van haar leven omarmde Noraly Beyer heel wat verschillende culturen. Ze werd geboren op Curaçao, verhuisde op haar elfde na het overlijden van haar vader naar Nederland, trouwde later met een Hongaar, heeft vervolgens jaren in Suriname gewoond en is nu alweer ruim veertig jaar in Nederland. Strijden deze culturen in haar om voorrang? Niets daarvan. “Al die verschillende culturen zijn in mij verweven en ze hebben mij gevormd. Het vraagt een zekere mate van aanpassen en dat kan ik gelukkig goed. Tegelijkertijd blijf ik dicht bij mezelf. Ik doe de dingen zoals ík ze fijn vind. Als ik moet rouwen doe ik dat graag op de uitbundige Surinaamse manier, met zingen en dansen. Kerstavond vier ik het liefst op Hongaarse wijze. Dat vind ik mooi. Mijn schoonmoeder heeft mij Hongaars leren koken en dat doe ik af en toe nog steeds. Zij bakte ook iedere zondag een taart en dan kwamen er vrienden en familie langs. Dat was altijd ontzettend leuk. Toen mijn kinderen klein waren heb ik dat ook een tijdje gedaan, maar dat was minder vaste prik.”

Onbesproken

Door in haar familiegeschiedenis te duiken, ontdekte ze nog iets dat diep in haar verweven zit: hoe ongelooflijk sterk haar voorouders moeten zijn geweest. “Zij hebben tijdens de slavernij zoiets gewelddadigs en onmenselijks overleefd. Dankzij hun overlevingsmechanisme ben ik er. Ik voel me daar ontzettend dank­baar voor.” Tot haar spijt heeft ze het hier nooit met haar ouders of tantes over kunnen hebben. “Er werd vroeger niet over gepraat. Misschien wisten ze het zelfs niet eens. Dat vind ik spijtig en jammer. Dus wat ik doe: alles wat ik ontdek, deel ik met mijn kinderen en mijn nichtjes.” Dat ze niet allemaal even geïnteresseerd zijn, laat Beyer niet tegenhouden. Met een grinnik: “Dan probeer ik ze toch te bekeren. Dat werkt soms wel en soms niet.”

Rolmodel

Toen haar kinderen klein waren woonden Beyer en haar man in Suriname. Ze werkte eerst als leerkracht en werd later gevraagd als nieuwslezer voor de STVS (Surinaamse Televisie Stichting). Dat werk heeft ze tien jaar gedaan. Na jarenlange spanningen in het land door de militaire staatsgreep – met als zwart dieptepunt de decembermoorden in 1982 – vluchtte Beyer met haar gezin naar Nederland, niet wetende dat ze niet meer terug zou gaan. Daar werd ze gevraagd door Radio Nederland Wereldomroep en het NOS Journaal, waar ze als nieuwslezer ruim twintig jaar een vertrouwd gezicht was. In die tijd was ze één van de eerste vrouwelijke nieuwslezers van kleur. Toen deed ze ‘gewoon haar werk’, pas later ontdekte ze de grote betekenis die dat voor anderen had. “Tot mijn verbazing kreeg ik veel reacties en die krijg ik tot op de dag van vandaag nog steeds. Mensen voelden zich herkend en ook gekend. Ik hoor ook terug dat Turkse en Marokkaanse mensen Nederlands van mij hebben geleerd via het Journaal. Dat vind ik wel bijzonder.”

Jezelf terug zien

Dat Beyer een rolmodel was, voelde ook als een grote verantwoordelijkheid. “Ik mocht niet afgaan, want dan zou ik al die mensen laten stikken. Het inspireerde me om mijn werk op mijn allerbest te doen. Voor mezelf in de eerste plaats, dat ego heb ik wel. Maar ook voor de mensen die naar mij keken en dachten: als zij het kan, dan kan ik het ook. En dat speelt nog steeds. Er zijn weer nieuwe generaties die hier opgroeien en er komen nieuwe culturen bij. Mensen moeten zichzelf terug kunnen zien in de maatschappij en in de media, de kunst en de literatuur. Dan voelen ze dat er oog voor hen is. Ik zie dat langzaam ook wel meer gebeuren. Maar zo lang het geen vanzelfsprekendheid is, moet daar bewust aan gewerkt worden.”

Nachtmerrie

De journalist ziet flinke verschillen tussen de Nederlandse kijk op ouderen en die in Suriname of de Antillen. “Daar kijkt men meer om naar ouderen dan in Nederland. Dat is een moeilijke boodschap, dat begrijp ik wel. Want men doet hier ook erg z’n best in de ouderenzorg. Maar het is hier niet de gewoonte om oudere mensen om je heen te houden. Mensen hebben hier een jachtig leven, ze hebben geen tijd. Dan is het fijn dat die verzorgingshuizen er zijn. De ouderen hier vinden dat zelf vaak ook wel fijn, want dan zijn ze niemand tot last. Persoonlijk vind ik dat een nachtmerrie. Wat ik van huis uit ken, is dat je thuis blijft en dan door familie wordt verzorgd. Is er niemand die kan mantelzorgen? Dan wordt er door de familie geld bij elkaar gelegd om een mantelzorger in te huren. Ik kan natuurlijk niet voorspellen hoe het bij mij gaat lopen. En ik heb inmiddels al heel wat verzorgingshuizen gezien en sommige zijn werkelijk uitstekend toegerust. Toch hoop ik tot op het laatst in mijn eigen omgeving te kunnen blijven.”

Mensen leerden Nederlands van mij via het Journaal

Weer onder elkaar

Noraly Beyer ziet veel ouderen die hun eigen oplossing hebben gevonden in de vorm van een gemeenschap. “Ik woon in de Bijlmer in Amsterdam en daar heb je bijvoorbeeld een Antillenhuis en huizen voor Chinezen, voor Afro-Surinamers en voor Hindoestanen. Dat zijn appartementencomplexen met zelf­standige woningen én gezamenlijke ruimtes voor feesten, lezingen of ander contact. Het Surinaamse huis had een tijd lang zelfs een tropische tuin. Dat is voor die mensen een zegen. Zelf heb ik die behoefte niet, want ik ben niet zo’n groepspersoon. Maar ik zie aan ze dat ze het fijn vinden om mensen om zich heen te hebben van de cultuur die ze nog van vroeger kennen. Ze hoeven elkaar niet uit te leggen waarom je bijvoorbeeld een kip zó moet snijden. Ze begrijpen elkaar en dat is prettig als je ouder bent.”

Hoewel de oud-nieuwslezer dit gevoel zeker herkent, geniet ze er ook van om juist anders­denkenden te ontmoeten. “Dat blijft steeds opnieuw een verrijking. Ik hoop dat ik dat altijd zal blijven doen.”

Noraly Beyer (79) is geboren op Curaçao als enige meisje tussen vijf broers. Haar ouders waren Surinaams. Ze werkte ruim twintig jaar als nieuwslezer van het NOS Journaal, schreef een boek over de decembermoorden, is actief bij het Noord Nederlands Toneel en schrijft columns. Ze heeft twee kinderen, twee kleinkinderen en is sinds 2021 samen met Joost Prinsen.

Samen aan tafel

Het delen van een maaltijd is hier volgens de Amsterdamse de uitgelezen manier voor. “Samen eten met mensen die je niet kent en dan in gesprek gaan; ik vind dat mooi. Er zijn allerlei initiatieven die dit mogelijk maken. Denk aan Resto VanHarte en ik ontdekte laatst ook een app (Timeleft, red.) waarbij je wordt uitgenodigd om met vijf vreemden te eten zonder dat het een date is. Dat vind ik zo’n leuk idee!” Ze stond zelf aan de wieg van de Keti Koti-maaltijd. “Daarbij worden verschillende mensen tegenover elkaar gezet – wit tegenover zwart en andersom – en dan eten ze samen een slavenmaaltijd. Om dan te zien welke gesprekken er ontstaan terwijl ze gebogen zitten over de aardvruchten en gedroogde zoute vis, dat is mooi om te zien. Het gaat erom dat je elkaar leert kennen. Het zijn misschien wel mensen die je voor­heen veracht hebt. Dat vind ik het mooiste: dat je het voor elkaar krijgt om mensen met onderling heel andere ideeën samen aan tafel te krijgen. Al is het maar voor die ene maaltijd. Zulke ontmoetingen vergeet je niet. Als je elkaar daarna tegenkomt op straat, dan groet je elkaar.”

Aard van het beestje

Het ouder worden bevalt Beyer wel. Ze relativeert makkelijker. “Toen ik kinderen kreeg en ook werkte kon ik me zo druk maken. Nu ik kleinkinderen heb, groot en klein, denk ik: het komt allemaal wel goed. Eventuele ellende die zij meemaken, daar worden ze beter van. Alles wat je meemaakt, vanaf je geboorte tot wanneer je doodgaat, vormt je tot wie je bent. Het maakt je leven rijk en vol.” Kan Beyers leven nog rijker en voller? Ze begint te lachen. “Ja natuurlijk, want ik hoop nog lang niet dood te gaan.” Ze moet nog steeds veel van zichzelf. Zo werkt ze met theatermakers, staat zelf nog steeds op het toneel en zit in veel jury’s, zoals de Griffeljury voor het beste kinderboek en de jury van de JC Bloem-Poëzieprijs. Maar ze geniet er ook van. “Mijn dagen zijn goed gevuld en daar ben ik heel blij mee en dankbaar voor. Het zit in de aard van het beestje. Als ik al die werk­zaamheden niet zou hebben, zou ik wel weer andere dingen doen.”

Ik vind het heerlijk dat iemand van 82 dat nog doet

Blijven verwonderen

Toen bekend werd dat Noraly Beyer een relatie had met acteur en presentator Joost Prinsen, waren ze bijna direct het meest geliefde stel van 2021. Ze wordt hier vaak naar gevraagd en dan vertelt Beyer dat ze het zo leuk vindt dat zij zich beiden nog steeds kunnen verwonderen. Of ze daar een voorbeeld van heeft? “Ik was een tijdje geleden met Joost in Frankrijk. We kwamen een straatbandje tegen en hij ging spontaan met die mensen meedansen. Daar stond ik toen vol verwondering naar te kijken. Ik vind het heerlijk dat iemand van 82 dat nog doet. We hebben ook nog samen in een reuzenrad gezeten. Doodeng, maar ook erg leuk. Ik hoop dat ik tot mijn laatste snik verwonderd mag blijven over het leven om mij heen. Verwondering brengt geluk, dankbaarheid en vreugde. Dat is de viering van het leven. In Suriname zeggen we: ‘Tel je zegeningen, één voor één en dag voor dag’.’’

Beeld Michel ter Wolbeek

Auteur

Afbeelding voor Lieke van der Kroon

Lieke van der Kroon