Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenAanpak valpreventie met vallen en opstaan

Aanpak valpreventie met vallen en opstaan

Vrijdag 12 juli 2024

Valongevallen bij ouderen kosten de gemeenschap meer dan 1 miljard euro en veroorzaken onnoemlijk veel persoonlijk leed. Helaas hapert de valpreventieketen nog. Senioren Netwerk Nederland vindt dat de minister Agema van Volksgezondheid met hoge prioriteit de hobbels in de keten van valpreventie moet wegnemen.

De urgentie om met valpreventie aan de slag te gaan is groot. Elke vier minuten belandt een 65-plusser op de spoedeisende hulp na een valongeval. Dit is slechts 10 procent van het totaal aantal valongevallen van ouderen. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel in persoonlijk leed als maatschappelijke zorgkosten. Een valongeval heeft veel impact op de zelfredzaamheid van ouderen, het langer thuis kunnen wonen en de kwaliteit van leven. De directe medische zorgkosten van valongevallen schoten in 2020 al door de grens van 1 miljard euro.

U leest nu een gratis artikel

Wilt u alle artikelen van ONS Magazine lezen? Word dan KBO-lid!

Lid worden

Verhoogd valrisico

Uit onderzoek blijkt dat 67 procent van de 65-plussers die na een valongeval op de spoedeisende zorg kwam al een verhoogd valrisico had. Slechts 1,5 procent van alle 70-plussers neemt momenteel valpreventieve maatregelen, terwijl het volgen van een effectief valpreventieprogramma het risico op een valongeval met 25 procent doet afnemen. Leo Bisschops, woordvoerder namens Senioren Netwerk Nederland, zegt hierover: “Valpreventie is hard nodig, en ook heel goed mogelijk”.

Prioriteit voor nieuwe minister

De bewezen valpreventieprogramma’s worden echter onvoldoende aangeboden en valpreventie komt onvoldoende op gang. Bisschops vindt dat minister Agema van Volksgezondheid gezien de maatschappelijke urgentie haar doorzettingsmacht moet gebruiken om de hobbels in de keten van valpreventie weg te nemen. “Dit moet in de top vijf van haar prioriteitenlijstje staan”, aldus Bisschops. “Vooral gemeenten, maar ook zorgverzekeraars zijn aan zet om 65-plussers valpreventie aan te bieden. Hiervoor zijn middelen beschikbaar gesteld. Gemeenten moeten een ketenaanpak valpreventie opzetten: van opsporing van valrisico tot en met de inzet van bewezen valpreventieprogramma’s. Zorgverzekeraars vergoeden valpreventieprogramma’s vanuit de basisverzekering. Met het oog op de toenemende druk op de ouderenzorg is het voorkomen van valongevallen een absolute, maatschappelijke noodzaak. Helaas hapert de valpreventieketen nog.”

Vergoeding valpreventie voor 65-plussers

Hoe de vergoeding van valpreventieprogramma’s voor 65-plussers met laag, verhoogd en hoog valrisico is geregeld is erg wazig. Valpreventie wordt deels vergoed uit de basisverzekering en deels door de gemeente. Zo wordt sinds 1 januari 2024 valpreventie voor mensen met een hoog valrisico vergoed vanuit de basisverzekering van de zorgverzekering. Daar wordt echter geen gebruik van gemaakt, blijkt uit de praktijk, omdat zorgverzekeraars een te hoge drempel opleggen. Zorgverzekeraars gaan alleen tot vergoeding van het valpreventieprogramma over als door een huisarts is vastgesteld dat de 65-plusser een hoog valrisico heeft. Echter, huisartsen hebben in december 2023 gezegd dat de valrisicobeoordeling niet tot hun kernwerkzaamheden behoort. De NZa stelt dat de valrisicobeoordeling zowel door professionals vallend onder medisch-generalistische zorg (zoals bijvoorbeeld huisarts en wijkverpleegkundige) als door bevoegde en bekwame paramedici worden uitgevoerd, maar zorgverzekeraars vinden dat huisartsen het moeten vaststellen. Na lang vergaderen is onlangs bekend geworden dat er regionale afspraken gemaakt kunnen worden. “Het schiet al met al niet op”, constateert voorzitter Leo Bisschops bitter. De oproep van Senioren Netwerk Nederland aan minister Fleur Agema is: “Laat ouderen niet vallen, haal weerstanden bij ouderen weg en zorg dat de keten goed loopt. Bied 65-plussers handelingsperspectief.” 

Positieve uitzondering

Voor 65-plussers met een laag of verhoogd valrisico zijn er effectieve valpreventieprogramma’s, zoals Vallen verleden tijd, Otago en In Balans. Gemeenten zijn er verantwoordelijk voor dat jaarlijks 3 procent van alle ouderen waarbij een verhoogd valrisico is vastgesteld een erkend valpreventieprogramma volgt bij een opgeleide fysiotherapeut. Onduidelijk is of gemeenten deze programma’s in groepsverband vergoeden. Zorgverzekeraar VGZ financiert de groepsgerichte valpreventie voor mensen met een verhoogd risico dit jaar vanuit de aanvullende verzekering, als enige zorgverzekeraar. De meeste zorgverzekeraars doen dat niet omdat zij het een taak van de gemeenten vinden.

Verschillen tussen gemeenten zijn groot

Om senioren te bereiken is het nodig om op een laagdrempelige manier in gesprek te gaan over valpreventie. De volgende stap voor gemeenten is om het valrisico bij 65-plussers op te sporen. Sommige gemeenten zoeken daarom ondersteuning bij de afdelingen die aangesloten zijn bij Senioren Netwerk Nederland (waarin KBO-Brabant, KBO Limburg, KBO-Overijssel en KBO Zeeland samenwerken). De afdelingen hebben een groot bereik onder ouderen en organiseren testdagen, informatiebijeenkomsten over valpreventie en vitaliteitsdagen.

Valrisico’s opsporen

Veel gemeenten lukt het niet om het valrisico van de 65-plussers op te sporen. Jaarlijks dient 14 procent van alle thuiswonende ouderen (65+) een risico-inschatting te krijgen. Voor gemeenten is het lastig om de informatievoorziening goed af te stemmen op senioren. Veel 65-plussers vinden het niet duidelijk bij wie ze kunnen aankloppen voor valpreventie. Ouderen weten vaak niet wat zij kunnen doen om het valrisico te beperken en hoe zij in aanmerking kunnen komen voor erkende valpreventieprogramma’s en andere voorzorgmaatregelen. Dat moet nodig veranderen, vindt Senioren Netwerk Nederland.

Foto: Shutterstock