Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenHans Hollanders: ‘Trots op de organisatie die er nu staat’

Hans Hollanders: ‘Trots op de organisatie die er nu staat’

Vrijdag 29 september 2023

Directeur Hans Hollanders van KBO-Limburg neemt na 41 jaar afscheid. Het is tijd voor zijn welverdiend pensioen. In de voor hem kenmerkende bescheidenheid blikt hij met ONS terug en vooruit én praten we over de waarde van vrijwilligerswerk.

 class=
Hans Hollanders

‘Sinds mijn laatste ledenvergadering op 14 juni is de druk er een beetje vanaf’, merkt Hans op. ‘Iedereen is nu op de hoogte en met mijn opvolger is KBO Limburg in zeer goede handen’. Hans vond een groots afscheid niet nodig, maar het bestuur was vastbesloten om zijn vertrek niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. ‘Ik hoef niet zo nodig in het middelpunt te staan. Ik vind dat ik niet belangrijk ben, de vrijwilligers zijn belangrijk. Ik heb liever dat daar de aandacht naartoe gaat.’

Geen grote afscheidsreceptie dus, maar een kleine afsluiting aan het eind van de Algemene Vergadering. ‘Als verrassing was mijn partner Hanny uitgenodigd, dat vond ik toch wel leuk. Er zijn mooie woorden gezegd en ik kreeg een banner met allemaal foto’s. Sommige van jaren geleden, ik weet niet waar ze die vandaan hebben gehaald.’ Onder elke foto staat een kwalificatie, zoals teamplayer of harde werker. Hans vindt al die complimenten een beetje ongemakkelijk, maar het is wel een heel bijzonder cadeau. ‘De banner stond één dag in de woonkamer, daarna vond Hanny het wel mooi geweest’, grinnikt hij. Nu heeft hij een plekje gekregen in zijn kantoor. ‘Toch leuk om af en toe naar te kijken, mijn hele carrière komt in vogelvlucht voorbij.’

Wie is Hans Hollanders?

Hans Hollanders (66 jaar) werkte 41 jaar voor KBO Limburg, waarvan de laatste twintig als directeur. Hij is opgegroeid in Geleen en woonde later in Roermond. Hij woont samen met Hanny, samen hebben ze vier kinderen en vier kleindochters.

Trots

Toen Hans 41 jaar geleden een baan aannam bij KBO Limburg, was hij de eerste betaalde kracht. De organisatie werd volledig gerund door vrijwilligers. ‘Dat was wel vreemd. Nu zijn vrijwilligers gewend dat er professionele ondersteuning is, toen niet. Ik was jong en werd wat argwanend bekeken. Wat kon ik nou vertellen? En ik kreeg een salaris, dat was toch niet de bedoeling?

Ze hebben het nooit naar mij uitgesproken, maar het kan niet anders dan dat ze het wel gedacht hebben. Dat was voor mij best een uitdagend begin.’

Met pretogen herinnert Hans zich de eerste dagen op het kantoor in Roermond: ‘We zaten op een zolderverdieping waar de duiven in het dak zaten te broeden. Ik kreeg een tafel die helemaal vol lag met papieren. Ik moest zelf maar een plekje creëren om te werken. Als ik dan nu zie welke ontwikkelingen we sindsdien hebben gerealiseerd, dan voel ik me trots. Er staat een professioneel bureau met betrokken medewerkers.’

Onze organisatie is niets zonder alle vrijwilligers

Succesvol door vrijwilligers

Die organisatie is niets zonder alle vrijwilligers, benadrukt Hans. ‘In de kern is de KBO nog steeds een vrijwilligers­ organisatie. We hebben 113 lokale Afdelingen, met allemaal een eigen bestuur en dat zijn allemaal vrijwilligers. We hebben wel eens een optelsom gemaakt: in Limburg zijn er ruim tweeduizend mensen die zich op een of andere manier als vrijwilliger voor de KBO inzetten. Dat is toch bijzonder, dat het zo succesvol is.’

 class=

De Limburgse cultuur speelt volgens Hans een belangrijke rol. ‘Het verenigingsleven is hier heel actief. We hebben pasgeleden weer het Oud­Limburgs Schuttersfeest gehad. In Limburg hebben we nog veel oude schutterijen. Daar komen ze allemaal bij elkaar en als je dan wint, dan heb je het wel gemaakt. En dat is maar één voorbeeld, onze provincie is rijk aan cultuurhistorie.’ Opmerkelijk is ook de betrokkenheid van de provinciale politiek. ‘Vrijwilligerswerk heeft een bijzondere plek in Limburg. Politieke partijen koesteren die Limburgse mentaliteit en het vrijwilligerswerk. Dat zie je terug in bepaalde subsidieregelingen, zoals voor de KBO maar ook voor andere vrijwilligersorganisaties. In andere provincies heb je dat niet meer, daar vindt men het een aangelegenheid van gemeenten of van burgers zelf. In Limburg wordt het juist omarmd door de provincie, ook door de nieuwe coalitie. Er is natuurlijk ook een electoraal belang, want als je de enige partij bent die roept dat de subsidiekraan dicht moet, dan kun je kiezers verliezen.’

Ik was jong, wat kon ik nou vertellen?

Terugloop

Toch is de tendens van een terugloop van vrijwilligers onder jongere generaties volgens Hans ook in Limburg zichtbaar. ‘Vrijwilligerswerk wordt op dit moment vooral door 70­-plussers ingevuld. Zelfs de jongere senior vindt het niet vanzelf­ sprekend om vrijwilligerswerk te doen. Ik maak me daar wel zorgen over. De verenigingen anticiperen hier te weinig op. Het is belangrijk om vrijwilligers op een andere manier te benaderen. Zoeken ze iemand voor een specifieke functie, bijvoorbeeld een secretaris, dan lopen ze snel vast. Mensen hebben geen zin in allerlei verplichtingen. Maar leg je uit dat je op allerlei manieren taken en werkzaam­ heden kunt doen, dan kun je iemand enthousiast maken. Vraag bijvoorbeeld: we willen een nieuwe cultuurreis organiseren, zou jij dat op je willen nemen? Hier zit een parallel met het bedrijfsleven, daar hebben ze ook door dat je beter mensen kunt zoeken dan functies kunt invullen. Het zal een hele kluif worden om verenigingen overeind te houden.’

Aandacht voor je netwerk

Mensen die met Hans hebben samen­ gewerkt, leggen het geheim van zijn succes bij zijn vermogen om relaties op te bouwen en ideeën te delen. Hans herkent dat wel: ‘Op een gegeven moment ken je heel veel mensen, dat kan helpen bij de doelen die we als organisatie stellen. Willen we bijvoorbeeld zorgen voor meer veiligheid op de fiets, dan kijk je welke organisaties je erbij kunt betrekken om zoveel mogelijk senioren te bereiken. Dan gebruik je je netwerk. Daar moet je in blijven investeren, ook nadat een project is afgerond. Dat is heel belangrijk.’

‘Ik vroeg mezelf regelmatig af: waarom ben ik zo lang blijven hangen bij de KBO? Veel mensen gaan na een jaar of vijf door naar de volgende baan. Het antwoord ligt in die relaties en contacten. Ik vind het minder boeiend om een beleidsnota te schrijven. Veel boeiender is het om met iemand aan tafel te zitten, ideeën uit te wisselen en te onderzoeken waar je samen kunt optrekken.’ Het helpt dat Hans altijd waardering heeft voor de mensen waarmee hij contact
heeft. ‘Je bent als organisatie bijna volledig afhankelijk van vrijwilligers. Daar moet je in alle contacten en werkzaamheden op letten. Het begint al met de telefoon opnemen. Luister eens naar het verhaal als iemand belt. Er zit vaak een vraag achter de vraag.’

Dat Hans twintig jaar geleden directeur werd, was niet vanuit eigen ambitie. ‘Ik ben lange tijd coördinator geweest, dat stond als functie onder mijn mails. Het bestuur sprak toen de wens uit dat ik voortaan vanuit de functie van directeur correspon­deerde. Dan weten mensen van buitenaf precies wie je bent, wat je doet en welke verantwoordelijkheden je hebt, vonden zij. Ik dacht: als jullie dat vinden, dan doen we dat zo. En het bleek te werken, zeker met nieuwe contacten was het duidelijker wat ze van mij konden verwachten. Als relativering hing een collega een uitspraak van Loesje aan de muur: Op het strand is iedereen directeur. Dat is humor waar ik wel van hou.’

Zo lang mogelijk genieten

Over enkele weken zit het er echt op. Hans is niet bang voor het zwarte gat waar iedereen hem voor waarschuwt. ‘Het is een grote verandering, maar het hoeft volgens mij geen negatieve verandering te zijn. Dat heb ik ook met ouder worden. Misschien kun je niet meer een hele dag op je knieën in de tuin werken, nou en? Doe dan dingen die je wel kunt.’

Hij kijkt ernaar uit om veel tijd te besteden aan zijn hobby’s en vooral aan zijn familie. ‘We hebben samen vier kinderen en vier kleinkinderen, waar we echt van genieten. Daarnaast hebben we net een hond, ik verheug me op de lange wandelingen. En we hebben twee jaar geleden een nieuw huis gekocht. Daar moet nog flink aan geklust worden en er zit ook een grote tuin bij. Dat vind ik allemaal leuk om te doen. Veel mensen reageerden: nu nog naar een groot huis met grote tuin, is dat wel slim? Ik zeg dan: ik hoef niet in de toekomst te leven. Ik denk dat ik dat nog een tijdje kan en zodra het niet meer kan, vinden we wel een oplossing. Mijn vrouw en ik merken dat we wel bezig zijn met hoe we ouder worden als het gaat om onze gezondheid. Het is een open deur maar wel belangrijk: gezonde voeding, genoeg beweging en geen alcohol meer. We willen zo lang mogelijk blijven genieten. Daar past een gezonde leefstijl bij. Ik wil daarnaast zeker ook maatschappelijk iets betekenen, maar ik ga eerst maar eens rustig afwachten wat er allemaal op mijn pad komt.’

Het is belangrijk om vrijwilligers op een andere manier te benaderen

Hans leeft ook nog enigszins in een roes van zijn afscheid. ‘Op de laatste Algemene Vergadering uitten mensen hun waardering en dat vind ik heel mooi. Tijdens je werk merk je dat vaak niet zo. En na een uitgebreid interview in dagblad De Limburger heb ik zo veel mailtjes gehad. “Ik zie dat je met pensioen gaat, weet je nog dat we daar en daar aan hebben gewerkt? Kom maar eens op de koffie als je in Maastricht bent.”

En een oud-­collega stuurde een foto van een pauw met daarbij de tekst dat ik zo trots mocht zijn. Dat raakt me wel. Ik merk dat ik gewaardeerd afscheid neem en daar ben ik inderdaad wel trots op.’

Beeld: Michel ter Wolbeek