Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenKwart van de grootouders vindt oppassen best zwaar

Kwart van de grootouders vindt oppassen best zwaar

Vrijdag 18 oktober 2024

Bijna driekwart van de grootouders die met een vaste regelmaat op de kleinkinderen past ervaart dat niet als belastend. Het is alleen maar leuk. Een kwart van de opa’s en oma’s vindt wekelijks oppassen ook wel zwaar.

Oppassen op de kleinkinderen: opa’s en oma’s vinden dat (meestal) leuk, de kleinkinderen ook en de kinderen zijn er blij mee. In de vorige editie van ONS Mailmagazine vroegen we wie er met grote regelmaat oppast, en hoe dat voelt. Bijna zevenhonderd lezers namen aan die peiling deel. Daarvan gaf 52 procent aan elke week op te passen, variërend van eenmaal in de week tot driemaal of meer.

U leest nu een gratis artikel

Wilt u alle artikelen van ONS Magazine lezen? Word dan KBO-lid!

Lid worden

Hechte band

Regelmatig passen op de kleinkinderen biedt veel voordelen. De band tussen opa en oma en hun kleinkind(eren) wordt er hechter en vertrouwder door. Bovendien is het goed voor de gezondheid van de grootouders. Uit Australisch onderzoek blijkt dat op de kleinkinderen passen het risico op Alzheimer en andere cognitieve gebreken verlaagt. Maar het is niet allemaal goud wat er blinkt: oppassen kan ook als een verplichting gaan voelen. Immers: de kinderen rekenen op opa en oma, en de wat oudere kleinkinderen ook!

Leuk maar ook belastend

Niet zelden vinden opa’s en oma’s het wekelijks passen op hun kleinkinderen best zwaar. Voor één of meerdere kleinkinderen zorgen kan veel energie kosten, zeker als het meerdere keren per week moet. Uit een grote peiling van actualiteitenrubriek Een Vandaag blijkt dat 17 procent van de deelnemers het oppassen zwaar vindt en 25 procent er soms tegenop ziet. In de peiling in ONS Mailmagazine van september geeft 26 procent van de opa’s en oma’s die met een zekere regelmaat op de kleinkinderen passen aan dat weliswaar leuk te vinden, maar ook wel belastend.

Zware taak

Een groot deel – 36 procent – van de deelnemers aan onze peiling past gemiddeld éénmaal per week op. Daarvan vindt 8 procent het naast leuk ook wel zwaar. Veertien procent krijgt de kleinkinderen gemiddeld twee of drie keer over de vloer. Ruim een derde vindt dat soms toch wel belastend. Van de grootouders die vaker dan drie keer per week oppassen vindt meer dan de helft dat een zware taak. Deskundigen op dit terrein adviseren open en eerlijk met de kinderen te bespreken hoe het oppassen ervaren wordt, zodat het gaat last wordt waar men tegenop ziet.

Terugkerende bezigheid

Een derde van de deelnemers aan onze peiling geeft aan wel kleinkinderen te hebben, maar daar niet of niet meer op te passen. Ruim vijftien procent heeft geen kleinkinderen. In de peiling is niet gemeten hoeveel grootouders incidenteel op de kinderen van hun kinderen passen. We wilden vooral weten hoe het voelt als oppassen een wekelijks terugkerende bezigheid is. Aan de Universiteit van Tilburg wordt momenteel een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen van senioren met het grootouderschap. Dat onderzoek spitst zich toe op de effecten van oppassen in combinatie met (vrijwilligers)werk. Meer informatie daarover vindt u hier: https://onsmagazine.nl/artikelen/past-u-op-uw-kleinkinderen/

Beeld: Shutterstock