Ga door naar hoofdcontent
Korte berichtenDe mijnen in Limburg
Column

De mijnen in Limburg

Vrijdag 16 augustus 2024
Loongebouw De Staatsmijnen in Geleen (foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Piet Hegger is een actieve senior uit Gulpen. Hij is o.a. vrijwilliger in een verpleeghuis maar gaat ook graag dansen bij KBO Gronsveld Rijckholt. Hij schrijft ook graag verhalen, bijvoorbeeld over het Limburgse verleden. In dit Ons Mailmagazine schetst hij de opkomst en ondergang van de mijnen in Limburg.

Op het einde van de negentiende eeuw werd de vraag naar steenkool steeds groter. Daardoor kwamen er in Zuid- Limburg nieuwe steenkolenmijnen, deels particulier bezit en deels van de overheid, in Limburg waren dat de Staatsmijnen in Limburg. Deze mijnen boden werkgelegenheid aan 65000 mensen en indirect waren er nog 35000 mensen van deze tak afhankelijk. Tussen 1815 en 1974 waren er in Limburg 9 steenkolenmijnen.

U leest nu een gratis artikel

Wilt u alle artikelen van ONS Magazine lezen? Word dan KBO-lid!

Lid worden

Er waren vijf staatsmijnen: Wilhelmina in Terwinselen, Emma in Treebeek/Hoensbroek, Hendrik in Brunssum, de  Maurits in Lutterade/Geleen en de Beatrix in Vlodrop. De laatste is echter nooit in productie genomen. Speciaal hiervoor zou station Herkenbosch uitgebreid worden. Dit station lag aan de zogenaamde ijzeren Rijn.

Ook waren er 7 particuliere mijnen: de Domaniale Mijn in Kerkrade, de Oranje- Nassau I in Heerlen, de Oranje- Nassau II in Schaesberg, de Oranje-Nassau III in Heerlerheide, de Oranje- Nassau IV in Heerlen- Heksenberg, De Laura en de Julia in Eygelshoven, de Neupick in Kerkrade en de Willem- Sophia in Kerkrade-West/Spekholzerheide.

De Oranje- Nassau mijnen waren uiteindelijk eigendom van een Frans bedrijf, de familie Honigmann. De Laura, de Julia en de Willem- Sophie waren eigendom van twee Belgische bedrijven. De particulier gepachte Domaniale en de Staatsmijnen waren Nederlands bezit. Door de aanleg van nieuwe verbindingen (spoorlijnen naar Aken, Steijn en Born) aan het Julianakanaal werd het vervoer van gewonnen kolen naar afzetgebieden eenvoudiger en goedkoper.

Door de vondst van het aardgasveld in Slochteren en de goedkope steenkool en aardolie uit het buitenland werd de Limburgse steenkoolwinning onrendabel. De mijnsluiting in Nederlands Limburg begon met de historische toespraak van toenmalig minister van Economische zaken Joop den Uyl op 17 december 1965 in de stadsschouwburg van Heerlen. In de daaropvolgende 9 jaren werden alle mijnen gesloten. De staatsmijn Maurits ging in 1967 als eerste dicht. De steenkolenwinning in Nederland is definitief gestaakt op 31 december 1974. Rond 19.00 uur werd toen de allerlaatste holenwagen en daarmee de sluiting van de Oranje Nassau I te Heerlen een feit. 

De meeste bovengrondse werken van de mijnen zijn afgebroken. Behalve het gebouw van de schacht Nulland te Kerkrade (Domaniale mijn), het ophaalmachinegebouw van Schacht II en de schachtbok, de watertoren en het oude hoofdkantoor van de ON-I mijn te Heerlen, de oude loon hal, de hoofdingang met kantoren en de oude watertoren van Staatsmijn Maurits te Geleen. De mijnterreinen hebben na sanering van de grond andere bestemmingen gekregen, zoals industrieterrein of woonwijk. Ook de meeste mijnsteenbergen zijn uit het Zuid- Limburgse landschap verdwenen.

Gelukkig zijn er nieuwe industrieën voor in de plaats gekomen.

Piet Hegger