Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenWmo-problemen bij gemeenten
Gemeenten en Wmo

Wmo-problemen bij gemeenten

Maandag 24 mei 2021

‘Gemeenten zetten Wmo-cliënten onder druk’

Bert van ’t Laar

Gemeenten voeren steeds meer druk uit op mensen om zélf mee te betalen aan hun Wmo-voorzieningen, of weigeren die voorzieningen zelfs ronduit. Dat merkt Bert van ’t Laar, lid van de juridische helpdesk van KBO-Brabant. Hij steekt veel tijd in bezwaarschriften en adviezen omtrent Wmo-besluiten namens leden van KBO-Brabant. ‘Gemeenten hebben geldgebrek en lappen daarom welbewust de wet aan hun laars.’

image

Gemeenten hebben al sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2015 te weinig geld om de wet goed uit te voeren. Via de Wmo vergoeden gemeenten onder meer huishoudelijke hulp en voorzieningen om langer thuis te blijven wonen. Maar ook vervoersvoorzieningen en dagbesteding voor mensen met dementie. Gemeenten vinden al jaren dat ze daarvoor te weinig geld van het Rijk krijgen. Die ruzie is hoog opgelopen, vertelt Bert van ’t Laar en wordt inmiddels afgewenteld op de burger die een beroep doet op de Wmo. Van ’t Laar is gepensioneerd bestuursrechter. Hij heeft er een fulltime baan aan om KBO-leden bij te staan bij Wmo-besluiten van gemeenten in heel Brabant.

Abonnement

De problemen zijn verergerd toen de rijksoverheid in 2019 besloot over te gaan naar een vast abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen. Iedereen die gebruikmaakt van de Wmo betaalt daarvoor nu maandelijks een vast bedrag van 19 euro. Voorheen was die bijdrage afhankelijk van het inkomen. Van ’t Laar: ‘Die verandering heeft er mede voor gezorgd dat meer mensen gebruik zijn gaan maken van de Wmo. Ook de iets rijkere ouderen. Dat mensen steeds langer thuis moeten blijven wonen, speelt ook een rol in de toename van Wmo-aanvragen.’

Onder druk

Meer mensen die Wmo-voorzieningen willen en gemeenten die kampen met geldgebrek. Dat is een slechte combinatie. Mogelijk besluit het komende kabinet gemeenten royaler te vergoeden voor de Wmo. Maar nu al ziet Van ’t Laar dat gemeenten de grenzen van de wet opzoeken en soms overschrijden om hun Wmo-uitgaven binnen de perken te houden. Ze zetten daarbij mensen onder druk.

Keukentafelgesprek

‘Bij een keukentafelgesprek mag de Wmo-consulent vragen of iemand zelf financieel kan bijdragen aan bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of aanpassingen in de badkamer’, aldus Van ’t Laar. ‘Maar de consulent mag níet vragen naar iemands inkomen of eigen vermogen. In de praktijk zeggen mensen dat vaak toch, uit zichzelf.’

In een fuik

Gemeenten mogen een Wmo-voorziening niet keihard weigeren, vertelt Van ’t Laar. ‘Maar ze vinden omwegen om dat toch te doen. Ze zetten iemand bijvoorbeeld op een wachtlijst voor huishoudelijke hulp of dagbesteding. Of de consulent vertrekt met de mededeling: “Denk er maar eens over na of u de voorziening zelf wilt betalen” – en laat vervolgens niets meer van zich horen. Mensen worden als het ware in een fuik gedreven die ervoor zorgt dat ze toch zelf gaan betalen. Of gemeenten overwegen huishoudelijke hulp of de wasverzorging simpelweg uit te sluiten van de Wmo. Dat mogen ze niet, maar door geldgebrek en de ruzie met het Rijk, zijn sommige gemeenten zo ver dat ze de wet welbewust aan hun laars lappen.’

Wmo-cliëntondersteuner

Wie een Wmo-voorziening aanvraagt bij de gemeente en nul op het rekest krijgt, doet er goed aan contact op te nemen met de plaatselijke cliëntondersteuner van de KBO-Afdeling of met KBO-Brabant, adviseert Van ’t Laar. ‘De cliëntondersteuners zijn op de hoogte van de regelgeving en kunnen de gemeente vaak beter weerwoord geven dan een zoon of dochter die zoiets voor het eerst doet – hoewel het natuurlijk prima is als die er ook bij is. Betrek de cliëntondersteuner erbij om ervoor te zorgen dat de gemeente haar wettelijke plichten nakomt.’

KBO-Brabant heeft medio april 2021 een brief gestuurd naar minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en naar de Tweede Kamer over de problemen rond de Wmo. ‘We merken aan de signalen van onze leden dat het zes jaar na de invoering van de Wmo nog steeds niet goed gaat’, zegt voorzitter Leo Bisschops. ‘Sterker nog: de problemen nemen gaandeweg toe. De Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Rijksoverheid bakkeleien met elkaar en de burger zit klem daartussenin.’

In formatietijd komt het geldtekort van gemeenten ongetwijfeld aan de orde én zal nagedacht worden over nieuwe wetgeving die het komende kabinet wil invoeren. ‘Die gesprekken willen wij met deze brieven voeden’, zegt Bisschops. ‘Maar we krijgen wellicht pas in het najaar van 2021 een nieuw kabinet en deze problemen kunnen niet nog de hele zomer blijven liggen. Daarom vragen we het huidige, demissionaire kabinet om nú al in te grijpen.’

Gaat een demissionair kabinet in coronatijd aan die oproep gehoor geven? Bisschops: ‘Daarover ben ik niet ongebreideld optimistisch, maar gezien de enorme problemen is zwijgen voor KBO-Brabant geen optie. Daarnaast proberen we media-aandacht te krijgen voor de problemen rond de Wmo. Daarmee komt het onderwerp mogelijk wat hoger op de agenda.’

Bert van ’t Laar is oud-bestuursrechter en lid van de juridische helpdesk van KBO-Brabant. Hij is gespecialiseerd in de Wmo en behandelt jaarlijks tientallen Wmo-zaken van leden van KBO-Brabant.

Berber Bijma