Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenGoed voorbereid uw toekomstige zorg regelen
gezondheid

Goed voorbereid uw toekomstige zorg regelen

Maandag 25 april 2022

‘Het is belangrijk om tijdig een en ander uit te zoeken en het er niet op aan te laten komen’

Nicole Faassen

Vroeg of laat gebeurt het: er is extra zorg nodig voor uzelf of uw partner, of een van uw ouders heeft behoefte aan meer hulp dan naasten kunnen bieden. Wat nu? Welke zorg is nodig, wat kan er allemaal en hoe regelt u dat?

image

Nicole Faassen werkt als zorgadviseur bij het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg, een initiatief van VGZ. Zij vertelt over wat ze allemaal kan doen voor mensen die wel wat hulp kunnen gebruiken. ‘Het Kennisloket geeft advies over ouderenzorg. En dat is heel fijn, want het Nederlandse zorgstelsel zit best ingewikkeld in elkaar.’

Vraag achter de vraag

Alle inwoners van Brabant met vragen over ouderenzorg kunnen het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg bellen: mensen die zelf zorg nodig hebben, maar ook mantelzorgers, kinderen of de partner. De beller hoeft niet te vertellen over wie het gaat. Faassen: ‘We vragen eerst wat er precies aan de hand is, waar de beller tegenaan loopt. Het kan zijn dat de zorg steeds zwaarder wordt en dat de mantelzorger het niet meer goed aankan. Dan vraag ik wat de beller zelf al doet, of er thuiszorg is, en waar het spaak loopt. Het gaat eigenlijk om de vraag achter de vraag. Daarna bespreken we de verschillende mogelijkheden die er zijn: dit past goed bij de situatie en dat niet. Vaak blijkt dat klanten vooral thuis meer hulp nodig hebben. Dan kijken we samen bij welke instantie ze het beste terecht kunnen: bij de gemeente, de zorgverzekeraar of het Zorgkantoor.’

Samen met gemeenten

Het Kennisloket heeft goede afspraken en werkt nauw samen met gemeenten. De zorgadviseur van het Kennisloket kan bijvoorbeeld – alvast zonder namen te noemen – contact opnemen met de gemeente om te zien wat de mogelijkheden zijn in een bepaalde situatie. ‘Zo voorkomen we dat mensen steeds weer naar een ander loket worden verwezen en elke keer weer opnieuw hun verhaal moeten doen. Na elk gesprek sturen we een mail met een samenvatting van het gesprek en met linkjes naar de informatie. Zo kan de hulpvrager alles nog even rustig teruglezen. We vragen altijd of de beller het prettig vindt om na een week of twee gebeld te worden om te vragen of het allemaal is gelukt en of er nog meer vragen zijn. Het gebeurt wel eens dat er nieuwe hulpvragen komen als alles even is bezonken.’

Eenzaamheid en financiën

En dat is niet het enige. Het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg werkt ook samen met KBO-Brabant. Soms is de vraag achter de vraag geen zorgvraag, maar een ethische, een maatschappelijke of een financiële vraag. Over eenzaamheid of hoe het allemaal betaald moet worden. ‘Dan komen de adviseurs van KBO-Brabant in beeld, deskundige vrijwilligers die zijn opgeleid om verder te helpen. Die samenwerking is heel mooi, we vullen elkaar prachtig aan.’

Wet langdurige zorg (Wlz)

De meeste vragen gaan over langdurige zorg, vertelt Faassen. ‘Vaak bellen er mensen die van hun zorgprofessional of iemand anders in hun omgeving hebben gehoord dat ze moeten gaan nadenken over langdurige zorg. Zij willen dan weten hoe je die aanvraagt en waar. En wat de voor- en nadelen zijn. Veel mensen denken dat langdurige zorg betekent dat je in een verpleeghuis wordt opgenomen, maar dat hoeft niet zo te zijn. We kunnen ook thuiszorg of begeleiding aanraden en leggen dan uit hoe je dat kunt aanpakken. Het gaat er vooral om dat mensen weten welke mogelijkheden er zijn. En misschien zijn er wel oplossingen waar ze nog niet aan hebben gedacht. Vaak bellen partners of kinderen ons, omdat ze tegen hun grenzen aanlopen. Hun hulpvraag luidt dan vooral: wat nu?’

Gerustgesteld

Onlangs belden twee zussen het Kennisloket. Hun vader had een beroerte gehad en zij vroegen zich af hoe zij de zorg het beste konden regelen. Faassen: ‘Een indicatie voor de Wet langdurige zorg leek nog niet aan de orde, maar we hebben de zussen wel op weg kunnen helpen door te vertellen over de mogelijkheden van persoonsalarmering en dagbesteding. Het gesprek – online vanwege corona – duurde wel anderhalf uur, zoveel vragen hadden ze. In het begin van het gesprek waren ze bijna in paniek. Aan het eind waren ze gerustgesteld. Dat was heel mooi om te zien.’

Tijdig uitzoeken

‘Het is belangrijk om tijdig een en ander uit te zoeken en het er niet op aan te laten komen’, benadrukt Faassen. ‘Als er eenmaal een echte crisis is ontstaan, worden mensen erdoor overrompeld. De mogelijkheden zijn in zo’n situatie vaak beperkt en dat is zonde. Wie zich eerder laat informeren kan zijn wensen op een rijtje zetten en is beter voorbereid op wat mogelijk komen gaat.’

Heeft u zorg nodig maar weet u niet waar u moet zijn? Het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg helpt u de zorg te vinden die u nodig heeft en weet waar u daarvoor moet zijn. Soms is dat bij de gemeente via de Wmo, andere keren bij de zorgverzekering of het Zorgkantoor (Wet langdurige zorg). De zorgadviseurs van het Kennisloket staan voor u klaar, ook als u niet bij VGZ verzekerd bent. Samen met u bekijken ze welke zorg u nodig heeft en hoe u dat kunt regelen. U kunt gratis bellen naar (088) 131 16 57; of kijk op www.vgz-zorgkantoren.nl/kennisloket

Het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg werkt nauw samen met KBO-Brabant. De vrijwillige adviseurs van KBO-Brabant komen bij mensen thuis en ontdekken dat de zorgvraag eigenlijk te groot wordt. Het valt op dat er meer zorg nodig is. De adviseurs van KBO-Brabant kunnen dan het Kennisloket bellen voor extra advies. Ook kan het Kennisloket een adviseur van KBO-Brabant inschakelen als het om maatschappelijke vragen gaat, zoals eenzaamheid. De adviseurs van KBO-Brabant weten waarvoor ze het Kennisloket kunnen inschakelen. In november 2021 zijn er vier voorlichtingssessies geweest. Ook zorgadviseurs van het Kennisloket weten dat ze voor hulpvragers de adviseurs van KBO-Brabant kunnen inschakelen.

Samenwerking met zorginstanties en gemeenten

VGZ werkt samen met verschillende zorgorganisaties en gemeenten in Brabant, ook met de gemeente Tilburg. Esther Hendriks (strategisch manager regio bij Coöperatie VGZ) en Rolph Dols (wethouder Zorg en Welzijn gemeente Tilburg) vertellen over een paar initiatieven in de regio die tekenend zijn voor hoe de samenwerking ook in andere regio’s verloopt.

Esther: ‘De samenwerking tussen VGZ en de gemeenten in Brabant is ontstaan omdat we mensen willen helpen. Senioren denken niet in systemen, terwijl de zorg vaak wel zo geregeld is. Laatst belde een vriendin op. Haar moeder was van de trap gevallen. Ze belde mij en vroeg: “Mama ligt in het ziekenhuis, wat nu?” Toen moest ik zelf ook even nadenken. Ik heb haar doorverwezen naar het Kennisloket en zij hebben haar uitgelegd waar en hoe ze de zorg kan regelen.’

Rolph: ‘De burger die hulp zoekt, krijgt nog te vaak te maken met allerlei loketten en partijen. Dat kunnen we oplossen door over onze muurtjes heen te kijken. Dat doen we niet alleen lokaal maar ook landelijk. Vooral bij preventie, GGZ en ouderenzorg. Gemeente Tilburg is in 2019 begonnen met zogenaamde Fijn-thuis-gesprekken, preventieve gesprekken na een ingrijpende gebeurtenis, zoals het overlijden van een partner. Daarbij gaan we bij de mensen thuis langs om te vragen hoe het gaat. Als je voor de deur staat, begint het vaak met: “Wa komde doen?” en vervolgens kom je er niet meer weg, haha. De gemeente besteedt ook geld aan dementievriendelijke wijken en winkelcentra. Ik geloof in meer aandacht aan de voorkant, en investeren in goede voorbereiding op wat komen gaat.’

Esther: ‘Het is niet leuk om op je zestigste al te bedenken wat je nodig hebt om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Maar het is wel verstandig. Het gesprek over “wat als een van ons dementie zou krijgen” zouden we allemaal eerder moeten voeren. Of over vragen als: hoe kan ik zo lang mogelijk verantwoord thuis blijven wonen, en wat als mijn partner geen mantelzorg (meer) kan verlenen? KBO-Brabant, AlzheimerNL, maar ook zorgorganisaties De Wever, Mijzo en Thebe kunnen mantelzorgers helpen. Ook zijn er in verschillende wijken en dorpen inloopcafés of Alzheimercafés waar mensen terecht kunnen. En ze kunnen natuurlijk ook het Kennisloket Thuis in Blijvende Zorg bellen.’

Rolph: ‘Het belangrijkste is nabijheid. Gemeenten, Coöperatie VGZ en KBO-Brabant willen en moeten het samen zo organiseren dat de individuele oudere voelt: daar kan ik terecht. De oplossing daarvoor ligt niet in beleidsnota’s maar in de wijken zelf.’